Dit zijn de belangrijkste strategische overwegingen voor vleesvarkenshouders
Hoe houd ik mijn vleesvarkensbedrijf toekomstbestendig? Die vraag zou elke ondernemers zich geregeld moeten stellen. Wij vroegen drie betrokkenen uit de sector wat dit moment voor de belangrijke strategische overwegingen zijn.

Wie zitten er aan tafel?
Sjoerd Gerrits (25)
is vleesvarkenshouder en houdt met zijn broer en vader 6.000 vleesvarkens in Boven-Leeuwen, zij nemen deel aan het concept Varken op z’n Best. Daarnaast werkt hij als specialist varkens bij De Heus.

Kasper Bekker (65)
geeft onafhankelijk saldoadvies aan varkenshouders. Hij is gepokt en gemazeld in diverse takken van de sector en runt sinds zes jaar Kasper Bekker Saldo Advies Varkenshouderij.

Kees Janssen (65)
is directeur van adviesbureau AgraMatic. Ook hij heeft een lange staat van dienst in de sector, met name op het gebied van bedrijfsontwikkeling.

Zoek verbinding met de maatschappij
De professionalisering van de vleesvarkenshouderij blijft doorgaan, het aantal bedrijven krimpt, de blijvers blijven groeien, concepten die zijn gestoeld op het Beter Leven Keurmerk 1 ster (BLK) winnen aan populariteit. “Dat vraagt steeds meer ondernemerschap van de vleesvarkenshouder”, ziet Kasper Bekker. “In dit speelveld is het belangrijk om je te onderscheiden. Dat kan door mee te doen aan een concept, maar bijvoorbeeld ook door uit te blinken in technische resultaten. En ik denk dat het voor je toekomstperspectief als vleesvarkenshouder belangrijk is om verbinding met de maatschappij te zoeken. Je hoeft niet per se op Facebook te gaan, maar zoek in elk geval de connectie met je directe omgeving.”
Een goede zakelijke relatie met de vermeerderaar
Ook connectie met de vermeerderaar is belangrijk voor de vleesvarkenshouder, vindt Kasper. “De biggenkwaliteit is immers de basis voor het neerzetten van goede resultaten”, stelt hij. “We hebben elkaar absoluut nodig”, beaamt Sjoerd Gerrits. “Wij zijn heel transparant naar onze vermeerderaar wat betreft het delen van technische resultaten en uitslagen van bloedonderzoek. Als je pas wat laat horen als je ontevreden bent, ben je te laat. Als je elkaar kent, kun je samen naar verbetering zoeken.” Maar de relatie blijft ook zakelijk: “Als het aankomt op prijsonderhandelingen, dan gaan we allebei voor de beste deal. Daarbij maken we goede afspraken voor de beste biggen en zekerheid voor de langere termijn.”
We hebben elkaar absoluut nodig. Als je elkaar kent, kun je samen naar verbetering zoeken.
Investeren in samenwerken
Kees Janssen ziet in de praktijk gelukkig veel van die langlopende verbintenissen tussen zeugenhouder en vleesvarkenshouder. “Daar moet je energie in steken. En ook accepteren dat het soms niet gaat zoals gepland, je werkt met levende dieren. Het is een wisselwerking, waarbij je samen investeert in de best mogelijke big en de goede resultaten daarvan.” Zijn er problemen met de biggen, dan adviseert Kees om niet direct te wisselen van vermeerderaar. “Met andere biggen loop je waarschijnlijk tegen andere problemen aan.”
Volgens Kees zijn de vermeerderaars flexibeler geworden door de schaalvergroting in de sector. Ze kunnen zowel de Nederlandse als de exportmarkt bedienen. Als vleesvarkenshouder is de keus kleiner, ook omdat je moet kiezen voor een vermeerderaar die produceert volgens hetzelfde concept (of regulier). “Als je er één hebt gevonden, geeft dat extra binding. Maar als één van de twee ontevreden is, is het lastiger om te switchen”, vindt Kasper.
Meer gesloten bedrijven
Sjoerd signaleert dat veel meer bedrijven gesloten worden, dan speelt die relatie met de vermeerderaar niet meer. “Misschien gaan wij thuis ook wel die kant op.” Kasper vult aan: “Investeren in de langetermijnrelatie met je vermeerderaar kan ook betekenen dat je hem koopt. Maar dan kun je niet gemakkelijk meer van vermeerderaar wisselen”, zegt hij met een knipoog. “Die kwaliteitsdiscussie van de biggen en hoe je met elkaar omgaat, is in mijn beleving een van de lastigste dingen op een vleesvarkensbedrijf. En daar heb je als vleesvarkenshouder niet altijd grip op.”
Stoppen of blijven?
“We zien al jaren dat het aantal agrariërs elke tien jaar halveert. Wil je niet horen bij de helft die over tien jaar is afgevallen, streef er dan naar om bij de beste twintig procent te horen”, adviseert Kasper. “Zeker als je je bedrijf wilt doorgeven aan een volgende generatie, of dat nu wel of niet binnen de eigen familie is. Dat is volgens mij wel een voorwaarde voor bedrijfsontwikkeling.”
Sjoerd ziet om zich heen dat er veel wordt gevraagd van de huidige generatie opvolgers. “De generatie van mijn vader nam veel kleinere bedrijven over. Zij groeiden zelf langzaam mee met de schaalvergroting. Maar mijn generatie staat nu voor de overname van enorme bedrijven. Daar moet je direct volle bak aan de slag. En het vraagt heel andere eigenschappen om op dit level vooruit te blijven boeren.” Kees onderschrijft dit. “We moeten de opvolgers tijd gunnen om het te leren en voldoende vlieguren te maken.”
Risico’s afdekken met deelname aan concept
Het bedrijf van Sjoerd en zijn familie neemt al deel aan BLK sinds 2011, sinds een paar jaar onder de noemer Varken op z’n Best, van Van Loon. Die keuze voor dit Beter Leven-concept komt vanuit stabiliteit qua afzet. Het geschikt maken van een deel van de stallen voor de aangescherpte eisen, viel samen met renovaties die toch al op de planning stonden, dus de investeringen vielen mee. Ze doen nu ook mee aan het prijsmodel met deels vaste prijzen, gebaseerd op de berekende kostprijs. “Ook daar kiezen we bewust voor, zo kunnen we een deel van het risico afdekken.
Als je moeite moet steken in deelname aan een concept, mag je daar ook best meer zekerheid voor terugkrijgen. Ook in tijden dat het qua marktprijzen minder goed gaat.” Maar Sjoerd vindt het wel van belang dat hij echt ondernemer kan blijven. “De extra inspanningen die je als veehouder in je dieren en je bedrijf stopt, moeten beloond worden. Je moet binnen het concept eigen keuzes mogen maken en zelf risico’s kunnen nemen.”
Kostprijsmodel
Kasper maakte voor het kostprijsmodel saldoberekeningen voor de eerste drie kwartalen van 2025, voor Varken op z’n Best. Het verschil tussen leveren voor marktprijs of voor het kostprijsmodel was slechts 22 cent per varken ten gunste van het kostprijsmodel. “In het vierde kwartaal gaat dat verschil wel oplopen, omdat er nu bijna 20 cent per kilo verschil zit tussen de berekende kostprijs en de marktprijs. Ik denk dat dit een gunstig systeem is voor de varkenshouder, ook omdat die toch al gewend was om onder de berekende kostprijs te produceren. En nu krijg je voor een deel van je varkens sowieso die berekende kostprijs.”

Saldoberekening BLK versus regulier
Kasper maakte ook saldoberekeningen voor het verschil tussen regulier en het BLK. “Op dit moment komt BLK beter uit. Met ruim drie rondes per jaar zit je nu op zo’n 60 euro voerwinst extra op jaarbasis, per gemiddeld aanwezig varken. Trek er nog een tientje vanaf omdat je ook duurdere biggen hebt opgezet, dan zit je op 50 euro. Dan heb ik toch liever acht varkens in een hok met 150 euro voerwinst, dan tien varkens met 100 euro. Bovendien heb je met acht varkens ook nog eens minder mestproductie, wat scheelt in je mestafzetkosten. En ik denk dat het meer werkplezier oplevert. Maar je moet natuurlijk wel je bedrijf op orde hebben om mee te kunnen doen. Zit je eenmaal in zo’n segment, heb je denk ik ook steeds meer drive om je bedrijf op orde te houden.”
Als vrije ondernemer maak je doorlopend keuzes
Dat op orde houden van je bedrijf vindt Sjoerd ook belangrijk. “Stel: er komen strengere eisen voor BLK en je kunt of wilt daarin niet mee, dan nog heb je je bedrijf alsnog prima op orde voor regulier. Ook als de wetgeving dan misschien strenger is geworden. Dus tegen de tijd dat de investering voor BLK is afgeschreven, kun je altijd terugvallen op regulier. En in de periode dat je wel levert volgens BLK, krijg je ervoor betaald. Je moet zorgen dat je bedrijf flexibel is en dat je met vrij kleine moeite ergens in of uit kunt stappen. Dan ben je echt een vrije ondernemer.”
Kiezen voor een concept of niet?
Wel of niet meedoen met een concept? En zo ja, welk concept? Die keuze is heel persoonlijk. Qua voerwinst kan het snel uit, liet Kasper al zien. “Als je het benauwd krijgt van alle eisen van een concept, kun je beter niet meedoen. En kijk natuurlijk ook hoeveel je eerst moet investeren.” Kees vult aan: “Je moet jezelf als ondernemer goed kennen, maar ook je bedrijf van binnen en buiten, inclusief economie. Ken je je kostprijs?” Kasper geeft nog meer stof tot nadenken: “Als je nu in het BLK stapt, maak je je bedrijf toekomstbestendig. Want de verwachting is dat de overheid ook steeds strengere eisen gaat stellen. En nu kún je instappen. Misschien komt er wel een moment dat de slachterij zegt: sorry, het concept zit vol.”

Met een sparringpartner kritisch naar je bedrijf kijken
Het stellen van dit soort kritische ondernemersvragen aan vleesvarkenshouders ziet Sjoerd als onderdeel van zijn taak als specialist. “Mensen zitten vaak gevangen in de waan van het moment. Een sparringpartner die net even anders kijkt, kan dan heel bevrijdend zijn.” Kees haakt in: “Als vleesvarkenshouder kun je het je niet veroorloven om een stuiver te laten liggen. Daarom is die goede sparringpartner essentieel.”
Kasper vult aan: “Ook ik denk dat de adviseur van de voerleverancier daarvoor het eerste aanspreekpunt is. Die komt geregeld in de stal, kent de technische resultaten, kent het voer en heeft het overzicht.” Ook Sjoerd benadrukt dit: “Het contact in de stal is belangrijk. Dat geldt voor mij niet alleen als specialist bij De Heus, maar zeker ook als vleesvarkenshouder. Je hebt gewoon die sparringpartner nodig. Iemand die met een frisse blik kijkt. En die ook weet wat er bij anderen in de stal gebeurt.”
Werkplezier en financiële resultaten
Kees rondt het gesprek af en concludeert: “Welke keuzes je ook maakt voor je bedrijf, het is heel belangrijk om met plezier je bedrijf te runnen en achter je vak te staan. Maar vergeet nooit de economie. Het financiële resultaat bepaalt uiteindelijk de toekomst van je bedrijf.”