Toen & Nu: van schillenboer naar brijteam

21 april 2020
-
2 minuten

Wat wij als mensen eten kan een varken ook eten. Daarom worden varkens vaak restproducten vanuit voedingsmiddelen van de humane consumptie gevoerd.

Restproducten zijn relatief goedkoop waardoor de voerkosten verlaagd worden en de voerwinst verbetert. Maar dat is niet de enige reden, het voeren van bijproducten is namelijk ook een vorm van duurzaam ondernemen. Bijvoeren dus, maar hoe deed men dat vroeger eigenlijk en hoe gebeurt dat nu?

Toen: de schillenboer

Tot laat in de twintigste eeuw was er de schillenboer in Nederland. Hij haalde met een kar of wagen de bruikbare restproducten op. Denk hierbij aan schillen van aardappels. Veel mensen eten de aardappel zonder schil, maar juist de schillen bevatten veel vitamines. Ook kun je denken aan broodkosten, alles wat als veevoer gebruikt kan worden. Het afval dat voor de schillenboer werd achtergehouden, werd in een schillenemmer bewaard en later aan het vee gevoerd. Door diverse redenen is de schillenboer uit het straatbeeld verdwenen. Ook werd bij wet bepaald dat schillen en keukenafval die aan de deur werden opgehaald niet meer gebruikt mochten worden als veevoer.

Nu: brijvoer en brijteam

Tegenwoordig werkt het proces dus net even iets anders. De schillenboer heeft plaatsgemaakt voor een professioneel brijteam. Dit team zorgt ervoor dat bij- en zijstromen - die overblijven bij de productie van levensmiddelen - op een hoogwaardige manier worden ingezet in de veehouderij. Bij De Heus bestaat dit team voor de varkenshouderij uit 6 medewerkers die zich bezig houden met het samenstellen van brijvoer rantsoenen de controle van het gehele brijvoerproces. Zij hebben alle relevante kennis van de bijproducten (voederwaarde, opslag, gebruik etc.) om tot goede rantsoenen te komen.

ALLES OVER BRIJVOER

Het brijvoerproces

Varkenshouders kopen restproducten vanuit de humane voedingsindustrie en slaan dit op dit in silo’s. Veehouders laten het brijteam weten welke producten zij in de silo hebben. Op basis van deze informatie geeft het brijteam advies aan de veehouder. Voor het advies is het belangrijk om te weten wat het doel van de veehouder is waarbij diergezondheid boven alles gaat:

  • lage kosten
  • gezond voeren, of
  • makkelijk voeren vanwege de omvang en personele bezetting van het bedrijf.

Vanuit al deze informatie berekent het brijteam het aanvullende droogvoer dat nodig is naast de aanwezige bijproducten. Als de juiste samenstelling in de silo zit wordt het alle producten samen met water gemengd tot het juiste mengvoer ontstaat. Het voer wordt direct via een geautomatiseerd proces in de stal afgegeven in de voertroggen.

Het ontstaan van een brijvoer advies

Afhankelijk van het bedrijf en de aanwezige dieren kijkt het brijteam wat de dieren nodig hebben. Daarvoor is het belangrijk om te weten voor welk dier het brijvoer exact is:

  • Is het brijvoer voor zeugen die biggen werpen?
  • Is het brijvoer voor dragende dieren of voor zeugen die melk produceren in de kraamstal?
  • Of voor de net gespeende biggen om gezonde biggengroei te stimuleren?

Op basis hiervan wordt er door het brijteam een aanvullend voer berekend en geproduceerd waarmee de benodigde vitaminen, mineralen, vezels, oliën, vetten aangevuld worden. Afhankelijk van al deze factoren kan er wel 5 tot 95% brijvoer worden bijgemengd!

Een uitgebalanceerd rantsoen

Het principe van de schillenboer en het brijteam is gelijk, echter werkt het nu met een brijvoermachine, een complexe installatie en een optimaal uitgebalanceerd rantsoen. Een goed rantsoen is een vereiste om goede resultaten met bijproducten te behalen. Daarnaast moeten de kwaliteit en de versheid van de producten goed zijn en moet de brijvoerinstallatie goed functioneren. De producten in de silo zijn hoofdzakelijk gefermenteerde bijproducten. Doordat de bijproducten door een natuurlijk fermentatieproces wat zuurder zijn, wordt het dier positief beschermd. Door de zuurtegraad kan het dier het voer wat makkelijker verteren, wat goed is voor de darmconditie.

Duurzame reststromen

In Nederland wordt tot wel 5.5 miljoen ton per jaar hergebruikt voor de productie van varkensvoer. Dit voorkomt niet alleen een hele boel verwerkingskosten maar bespaart ook veel energie. Nederlandse veehouders voeren relatief veel bijproducten, zo heeft het brijvoer een onmisbare plaats verworven in de rantsoenen van de Nederlandse veehouderij. Op deze manier werkt De Heus aan het verduurzamen van de (Nederlandse) veehouderij en het optimaliseren van de circulariteit binnen de branche.

FEED. Magazine

In dit magazine delen we een selectie van verhalen over vooruitgang en duurzaamheid van De Heus over de hele wereld. FEED. magazine is alleen beschikbaar in het Engels.