Tijdens koude maanden is stalklimaat een extra aandachtspunt

John van Helden

Klimaatspecialist legpluimvee

Met de winter in aantocht wordt de buitentemperatuur lager, waardoor je wat meer aandacht moet geven aan het stalklimaat. Dit is vooral belangrijk bij de opzet van de jonge hennen. Tijdens de leegstand koelt de stal, de inventaris en de betonnen vloer flink af. Het is raadzaam om de stallen gedurende enkele dagen voor het opzetten op te warmen naar 20°C, zodat de hennen makkelijker opstarten.

Energie voor warmte wordt niet gebruikt voor groei

De thermoneutrale zone van een kip ligt tussen de 20°C en 27°C. Onder de 20°C moet een hen per graad 1,5 gram meer eten om te compenseren voor het warmteverlies. Voor een jonge hen leidt dit tot problemen. Ze kan de voeropname namelijk nog niet compenseren, omdat ze nog volop in ontwikkeling is. Stel dat een jonge hen 80 gram eet en de gevoelstemperatuur is 17°C, dan wordt er al 4,5 gram van de voeropname verspild aan compensatie voor de kou. Deze 4,5 gram kan de hen dus niet besteden aan groei en ontwikkeling.

Kou zorgt voor minder beweging

Bij de opzet is het van belang dat de hennen weinig stress ervaren en zo snel mogelijk door het systeem bewegen om te eten en drinken. Een hen ervaart de meeste kou op plekken waar geen veren zitten, zoals op de poten. Wanneer het systeem en de betonvloer te koud zijn, dan verliest de hen veel warmte via de poten. Ze zal dan minder graag het systeem in gaan. Zitten de hennen eenmaal op een koude zitstok, dan zullen ze hier niet snel vanaf komen, omdat ze als het ware verkrampen van de kou.

Koude lucht kan minder vocht opnemen

Als de jonge hennen in de stal komen, dan komt er ook direct meer vocht in de stal. In een koude omgeving kan de stallucht echter slechts een beperkte hoeveelheid vocht aan. Als gevolg van koudebruggen op de muren en de vloer, slaat het vocht dan neer in de scharrelruimte waardoor het strooisel klam wordt. Uiteindelijk zal er daardoor een koek ontstaan en zal die gedurende de ronde steeds dikker worden.

Let op schadelijke CO2 bij heaters

Het is dus van groot belang om, vooral gedurende koude maanden, de stallen goed te verwarmen bij de opzet van jonge hennen. Begin vooral ook tijdig met het stoken, aangezien het veel tijd kost om het ijzer en het beton warm te krijgen. In de meeste gevallen worden mobiele heaters gebruikt die gestookt worden op diesel. Bij intern gestookte heaters komt CO2 vrij. Boven de 3.000 PPM is dit schadelijk voor de hen. Het is daarom raadzaam om de CO2 uit de stal te ventileren vlak voordat de hennen komen. Bij een goed opgewarmde stal fungeert de vloer als warmtebuffer, waardoor de stal ondanks de ventilatie weer snel warm zal zijn.

Interesse?

Wil je meer weten over een optimaal stalklimaat? Neem dan contact op met een van onze specialisten. 

Legpluimvee specialisten
Over de auteur

John van Helden

Klimaatspecialist legpluimvee