De juiste streeftemperatuur bij leghennen

John Van Helden

Klimaatspecialist pluimvee

10 december 2025
-
3 minuten

Regelmatig krijgen onze specialisten vragen van legpluimveehouders over de optimale streeftemperatuur in legpluimveestallen. Klimaatspecialist John van Helden geeft daarom in dit interview een praktische uitleg, zodat de leghennen er ook in deze periode comfortabel bij zitten. Een mini klimaatcursus over streeftemperatuur.

Wat is de optimale streeftemperatuur?

John van Helden: “De optimale streeftemperatuur voor leghennen ligt, afhankelijk van het seizoen, tussen de 20-22°C. In de winter ligt de ideale streefwaarde rond de 20-21°C en in de zomer ligt het een graadje hoger. Met name in de winter dient niet alleen de focus te liggen op temperatuur, maar ook op luchtkwaliteit (RV en CO2). Vaak wordt de minimumventilatie verlaagd voor behoud van temperatuur, maar is de luchtkwaliteit slecht met vochtig strooisel en een hoog ammoniakgehalte tot gevolg. “In de zomer kiezen we er juist voor om de streeftemperatuur geleidelijk te verhogen. Hennen voelen zich comfortabel binnen een temperatuurstraject van ongeveer 20 tot 27 °C. Tijdens warmere perioden verleggen we deze range bewust iets omhoog, zodat de hennen wennen aan hogere temperaturen. Hierdoor ervaren ze minder snel hittestress en blijft het ventilatieniveau beter in balans met de werkelijke behoefte van de dieren.” ‘’Als het na een warme dag in de avond hard afkoelt kan de ventilatie soms te lang op hoog niveau door ventileren. Om dit te voorkomen kunnen correcties worden ingesteld op basis van buitentemperatuur. Niet altijd worden deze correcties benut en/of zijn ze niet juist ingesteld. Pluimveehouders kunnen ons altijd benaderen; wij denken graag mee welke instellingen in hun situatie het meest effectief zijn.”

Klimaatspecialist John van Helden: "Voor goede productieresultaten moet alles in de stal kloppen. Naast licht, water en voer speelt ook het klimaat een grote rol. Daarom investeren we veel tijd in het optimaal instellen van het stalklimaat bij onze klanten."

Waarom is een correcte temperatuurmeting zo belangrijk?

“Een correcte meting van de staltemperatuur is cruciaal,” legt John uit. “Hierop wordt de hele ventilatie geregeld. Het is daarbij ook belangrijk dat de stalvoelers op de juiste positie hangen. Dit is in het gangpad op ongeveer twee meter hoogte. Deze voelers dienen de opgewarmde binnenkomende lucht (gemengd met stallucht) te meten. Vaak zijn sensoren in het systeem geplaatst, waardoor ze ’s nachts worden beïnvloed door de dieren die op stok gaan. Hierdoor neemt de ventilatie toe met mogelijke tocht tot gevolg. Ook de positie van de buitenvoeler is belangrijk in verband met mogelijk ingestelde invloeden of correcties in de klimaatcomputer. Deze buitenvoeler mag niet door zon en wind worden beïnvloed.”

Als de dieren ’s nachts verkleumd raken, dan zie je dat ze overdag minder actief zijn.

John van Helden

Klimaatspecialist Pluimvee, Nederland

Hoe wordt de juiste bandbreedte ingesteld?

John: “De bandbreedte zorgt ervoor dat de temperatuur zo veel mogelijk binnen de thermo-neutrale zone blijft. Dit is het gebied waarbij de dieren optimaal kunnen presteren. Komt de temperatuur buiten dit gebied, dan ervaren de dieren koude stress (wat kan leiden tot een hogere voeropname) of hittestress (wat zorgt voor een lagere voeropname). Om ervoor te zorgen dat de ventilatie niet te agressief reageert op een verhoging of verlaging van de temperatuur, kan een bandbreedte ingegeven worden. Deze stellen we normaal gesproken in op ± 6,0°C, gebaseerd op een capaciteit van 3,6 m³/uur/kg.”

Hoe stem je de streefwaarde af op de hennen?

John vervolgt zijn uitleg: “De streefwaarde dient inderdaad altijd afgestemd te worden op de actuele situatie op een bedrijf en is niet iedere ronde – en ook niet de hele ronde – hetzelfde. Bij de opzet van de hennen is mijn advies dat het in het systeem minimaal 15,0°C is. Ik adviseer dan ook om in de winterperiode de stal te verwarmen. Als de dieren ’s nachts verkleumd raken, dan zie je dat ze overdag minder actief zijn en dus slechter naar het water en voer bewegen. Ook dient er rekening gehouden te worden met het verenpakket van het koppel. Dieren met een slecht verenpakket verliezen immers meer warmte wat duidelijk wordt in afbeelding op de pagina hiernaast. Dit betekent dat de streefwaarde verhoogd dient te worden met ongeveer 1,0°C als het verenpakket slechter wordt.”

Warmteverlies bij leghennen die 100%, 80%, 60% en 20% in de veren zitten. Op de oranje plaatsen verliest de hen warmte.

Hoe voorkom je tocht tijdens de nachtperiode?

“Om te voorkomen dat leghennen tijdens de donkere periode in een mogelijke tocht zitten, wordt vaak een nachtcorrectie op de streeftemperatuur ingevoerd,” vervolgt John. “Een verhoging van 1,0°C – 2,0°C wordt vaak gebruikt. Deze kleine verhoging is ook zeker gerechtvaardigd omdat de dieren ’s nachts stil zitten. Zorg er wel voor dat deze nachtverhoging geactiveerd is voordat de dieren op stok gaan en dat deze weer wordt uitgeschakeld na het koudste moment van de dag. Dat is vaak rond 7:00 – 8:00 uur in de ochtend. Het heeft de voorkeur dat de nachtcorrectie niet in één keer wordt in- en uitgeschakeld, maar dat de temperatuur in dertig minuten langzaam wordt op- en afgebouwd. Anders reageert de afzuiging hier te heftig op, hetgeen soms tocht kan veroorzaken.”

Hoe houd je de luchtvochtigheid en CO2 in balans?

''Bij een staltemperatuur onder de streefwaarde gaat de ventilatie naar de minimum ingestelde stand. De minimale ventilatie moet voldoende zijn om vocht en CO2 af te voeren. Wij krijgen regelmatig vragen of het minimum verder kan worden verlaagd. Dit kan beperkt en alleen wanneer CO2 <2500 ppm blijft en de stal niet vochtig wordt. Mocht het dan nog te koud worden bij lage buitentemperaturen, dan kunnen wij met onze de Heus-tool bereken hoeveel kilowatt warmte er ontbreekt en adviseren we over de mogelijke oplossingen."

Heb je vragen over het klimaat op jouw bedrijf?

Wil je meer weten over dit onderwerp voor jouw specifieke bedrijfssituatie of heb je andere vragen over klimaat (instellingen)? Neem dan contact op met je legpluimveespecialist. We komen graag langs om advies op maat te geven.

Hoe zit het met mestbandbeluchting?

“Als de stal is voorzien van mestbandbeluchting (met een mengkast of warmtewisselaar), dan is het belangrijk dat deze niet onder de 18,0°C komt,” legt John uit. “Anders kan er via de beluchting tocht onder de hennen ontstaan. De streefwaarde van deze beluchting staat meestal tussen de 18,0°C en 20,0°C.”

Waarom is de werkelijke temperatuur vaak hoger dan de streeftemperatuur?

John: “Dat kan verklaard worden doordat de dieren in de stal zelf warmte produceren. Bovendien zit er een buffer warme lucht in de stal en zijn de stallen vaak behoorlijk goed geïsoleerd. Om de staltemperatuur in de buurt te laten komen van de streefwaarde moet om bovenstaande redenen behoorlijk veel (afhankelijk van de buitentemperatuur) worden geventileerd. Het gevolg van deze hoge ventilatiestand is dat de inlaatventielen behoorlijk worden geopend, met de kans dat er hennen in een tocht komen te zitten met alle gevolgen (zoals uitval door E.coli) van dien. Daarnaast hebben de leghennen een comfortzone waarbinnen ze optimaal presteren, ook als de temperatuur hoger is dan de streefwaarde.”

Over de auteur

John Van Helden

Klimaatspecialist pluimvee