Vijf soorten kunstmest met elkaar vergeleken

17 december 2020
-
3 minuten

De Heus heeft in 2020 in samenwerking met Agra-Matic Mineraal bemestingsproeven uitgevoerd op twee bedrijven in Nederland. Op deze bedrijven zijn vijf verschillende kunstmestsoorten onderzocht in de eerste en tweede snede. Daarnaast is ook gekeken naar het effect van verdunde drijfmest.

Uitgangspunten bemestingsproeven

In de proef zijn vijf kunstmestsoorten getest (zie tabel 1). De uitgangspunten voor de bemestingsproef zijn overal gelijk: homogene grond en overal dezelfde hoeveelheid stikstof voor zowel drijfmest als kunstmest.

Kunstmestsoort Korrel/
vloeibaar
Nitraat Ammonium Ureum Zwavel
GrasPlus Start1 Korrel 9% 15% 0% 21%
GrasPlus 14000 Korrel 11% 13% 0% 10%
Novurea S Korrel 0% 6% 32% 18%
NTS Vloeibaar 6% 7% 14% 7%
Power Basic Vloeibaar 0% 0% 22% 10%
Tabel 1: Samenstelling van de onderzochte kunstmestsoorten.

Wat is er precies onderzocht?

Direct na de maaimomenten is het gras gewogen en vanuit het zwad bemonsterd voor analyse. Hierna zijn ook van alle objecten grasbalen geperst. Deze handelingen zijn gedaan voor zowel de eerste en tweede snede. Er zijn analyses gemaakt van het vers gras en van de geconserveerde grasbalen (zes weken conservering). Hieronder zie je de resultaten van de bemestingsproeven. De resultaten (opbrengst, ruw eiwit vers gras en ruw eiwit na conservering) worden vergeleken met het resultaat van GrasPlus Start. Ook is de SDVE/SOEB-verhouding na conservering weergegeven. Dit is de verhouding tussen het darmverteerbaar eiwit (SDVE) en onbestendig eiwit (SOEB).

Vertekening door droge omstandigheden

De uitslagen zijn enigszins vertekend door de droge omstandigheden waaronder de eerste en tweede snede gegroeid zijn. Met name de meststoffen met ureum komen trager beschikbaar voor de plant onder droge omstandigheden. Bij de grasbalen na conservering is gekeken naar de eiwitkwaliteit en dit is uitgedrukt in SDVE/SOEB-verhouding. Het gehalte aan ruw eiwit en de verschillen
in SDVE/SOEB-verhouding zijn mede door de droge weersomstandigheden gering.

Zo kun je de SDVE/SOEB-verhouding sturen

Gunstig weer blijkt de meest bepalende factor voor de hoogte van het ruw eiwit in het te maaien gras. Daarnaast speelt de soort stikstof een rol in de SDVE/SOEB-verhouding. Gras heeft tijd nodig om van stikstof eiwit te vormen. Bij een snelle opname van veel stikstof wordt er meer onbestendig eiwit gevormd. De SDVE/SOEB-verhouding in de droge stof van het gras is wel wat te sturen. Het is bekend dat droger inkuilen positief werkt op de bestendigheid van het eiwit. Let wel op dat het droge stofgehalte niet hoger wordt dan 45 à 50% in verband met broeigevoeligheid.

Is het verdunnen van drijfmest zinvol?

Naast de bemestingsproef is er ook een proef gedaan waarbij gekeken is naar drijfmest die is verdund met water. In de proef is een perceel aangelegd met waterverdunde drijfmest en gewone drijfmest die niet verdund is met water. Het bleek dat het verdunnen met water een positief effect heeft op de benutting van de stikstof uit de mest. Uit deze proef blijkt dat tot wel 15% meer opbrengst van gras komt en 8% meer ruw eiwit ten opzichte van niet verdunde drijfmest. Het ammonium in de verdunde drijfmest vervliegt minder, waardoor het uiteindelijk leidt tot een hogere benutting. Het tijdstip van gebruik is wel belangrijk. Het advies is om zo vroeg mogelijk mest te rijden, mits de grond het toelaat.

Plannen voor 2021

In het komende jaar gaan we ons onderzoek op drie locaties intensiveren: we doen dan niet alleen onderzoek naar de bemesting, maar ook naar de bodem en de teelt van ruwvoer. Zo hopen we meer inzicht te krijgen op de invloed die de schakels in de keten hebben op de droge stof opbrengst, ruw eiwit opbrengst en de kwaliteit van het ruw eiwit uitgedrukt in de SDVE/SOEB-verhouding van het ingekuilde gras.

Aandacht voor streefwaarden en grasteelt

Naast het aanleggen en meten van de opbrengsten met diverse meststoffen, geven we aandacht op het sturen op het gewenste ruw eiwit gehalte van te maaien gras. We verwachten dat de streefwaarden haalbaar zijn met een optimaal droge stof gehalte en een goed inkuilmanagement. Voor wat betreft de teelt zullen we productiegras, zoals Milkway Top en Plus volgen en vergelijken met Milkway Structo (met name rietzwenk) en het gebruik van rode en witte klavers. Ook zullen we aandacht besteden aan Nutriherb Engels Raai / Nutriherb Rietzwenk, om te kijken wat gras-klaver-kruiden-mengsels betekenen in de praktische bedrijfsvoering.

Kunstmestsoort Opbrengst Ruw eiwit vers gras Ruw Eiwit na conservering SDVE/SOEB-verhouding na conservering
GrasPlus Start 100% 100% 100% 1,3
GrasPlus 14000 98% 97% 94% 1,3
Novurea S 84% 105% 98% 1,3
NTS 91% 93% 87% 1,7
Powerbasic 88% 99% 93% 1,5
Tabel 2: Resultaten van de onderzochte kunstmestsoorten.