Hoe ga je om met enterococcus cecorum bij vleeskuikens?

02 augustus 2018
-
3 minuten

Problemen met enterococcen komen voor bij vleeskuikens en leghennen. Het belangrijkste is om te realiseren dat er niet zoiets bestaat als één enterococcenprobleem. Enterococcen zijn er namelijk in meerdere varianten en veroorzaken verchillende problemen.

Wat zijn enterococcen?

Enterococcus is een groep van meer dan 50 verschillende typen darmbacteriën. De meeste typen zijn normale darmbewo­ners van vogels en zoogdieren. Een aan­tal typen kunnen echter problemen veroorzaken als ze het lichaam binnendringen. Afhankelijk van de leeftijd van het dier en het type enterococcus zie je verschillende problemen in de stal.

Enterococcus cecorum

Een type dat veel problemen veroorzaakt is enterococcus cecorum. Dit type is pas rond 2000 ontdekt als oorzaak van kreupelheid bij vleeskuikens. De bacterie zit vooral in het bot van het dijbeen, maar soms ook in de zesde ruggenwervel en in het hartzakje.

Verschijnselen

De problemen door gevolg van E. cecorum zien we met name bij vleeskuikens vanaf twee à drie weken. De infectie die deze bacterie veroorzaakt, zorgt voor uitval, kreupelheid door pijn in de botten en bij een klein aantal dieren voor verlamming door een abces in de wervel. Deze dieren kunnen niet meer lopen en bewegen zich alleen nog maar zittend achteruit. E. cecorum wordt gelukkig bijna nooit bij eendagskuikens gevonden. Uit onderzoek is dan ook geble­ken dat de moederdieren zeer waarschijnlijk niet de bron zijn.

Diagnose

Voor een goede behandeling is het nood­zakelijk om zeker te weten om welke soort enterococcus het gaat. Bij E. cecorum zijn er namelijk meerdere bacteriën die soort­gelijke problemen kunnen veroorzaken, zoals E. coli en Staphylococcus aureus. Die definitieve diagnose kan daarom alleen gesteld worden als er een bacteriële kweek wordt uitgevoerd. Een aanvullende gevoe­ligheidstest kan helpen bij het bepalen van de juiste medicijnen.

 

Enterococcus cecorum wordt behandeld met specifieke antibiotica. Het is echter een lastig te behandelen probleem. De antibio­tica dringen namelijk niet goed door in het bot en het hartzakje, waardoor de bacteriën kunnen blijven leven. Vaak is dan ook te zien dat de problemen weer terugkeren na het stoppen van de behandeling.

Schade

De schade die enterococcus cecorum veroorzaakt, komt vooral door uitval en selectie (deze kan oplopen tot 10%, met name vanaf week drie), kreupelheid, ver­lamming en verminderde groei. Afkeuring ten gevolge van E. cecorum bestaat met name uit afkeur vanwege kleurafwijkingen, huidontstekingen en leverontsteking. Ook deze kan flink oplopen. Er zijn gevallen bekent waarbij deze opliep tot bijna 10%.

Preventie

Er wordt aangenomen dat enterococcen met name via de darmwand het lichaam binnendringen. Een goede darmkwaliteit is dus van belang om dit te voorkomen. Een snelle opname van water en voer na het uitkomen zal de doorlaatbaarheid van de darm verminderen. Daarnaast is het van belang om andere stressfactoren zo veel mogelijke te voorkomen. Zo is het van groot belang om, bij opzet, het klimaat in de stal op orde te hebben. Daarnaast moeten ziekten die darmschade kunnen veroorzaken, zoals coccidiose, zoveel mogelijk worden voorkomen.

Voorzichtig met de kuikentjes

Cecorum zit graag in de botten. Het lijkt erop dat de bacterie vastloopt in de kleine bloedvaatjes bij de groeischijven (zie fi guur 1). Kleine scheurtjes op deze plaats bevorde­ren het aanslaan van de infectie op deze plaats. Door de kuikentjes voorzichtig uit te laden en ze niet uit de kratten te gooien zal de kans op een infectie verkleinen. Dit zou een van de redenen kunnen zijn dat alter­natieve stalconcepten minder problemen met deze bacterie hebben.

Conclusie

De aanpak van problemen met E. cecorum is niet eenvoudig. Een deel van de oplos­sing lijkt te liggen in een goede start. Voor meer informatie kun je contact opnemen met je voorlichter, of de dierenarts.