Winterrantsoen

Arnee Korevaar

Productmanager Rundvee

05 oktober 2025
-
2 minuten

Op de meeste plekken waren de omstandigheden dit voorjaar goed en dat heeft ook veelal goede graskuilen opgeleverd.

Weersomstandigheden

Het voorjaar was al vroeg droog, waardoor de mest op tijd het land op kon. Doordat op veel plekken echter geen water over de drijfmest kwam, bleef de grasgroei toch wat achter. Die groei kwam wel mooi op gang door de regen van half april. Daarop volgden over het algemeen hele mooie oogstomstandigheden in mei, waardoor men ruim de tijd had om het perfecte maaimoment uit te kiezen.

Natuurlijk geldt dit niet voor iedereen, want je houdt altijd verschil in omstandigheden. We zien dan ook dat de opbrengsten in het noorden van het land over het algemeen hoger zijn dan in het midden en zuiden van het land, afhankelijk van de hoeveelheid regen die gevallen is.

Voederwaarden

Wat opvalt ten opzichte van vorige jaren, is het drogestof gehalte van de voorjaarskuilen. Het is dit jaar goed gelukt om het gras mooi droog in de kuil te krijgen met een gemiddeld drogestof gehalte van 47%. VEM en eiwit waarden zijn niet hoog, waarschijnlijk doordat nog niet alle drijfmest benut is in de eerste snede. Ook speelt mee dat dit jaar weinig veehouders echt vroeg gemaaid hebben. Door het zonnige weer kwam er veel suiker in het gras en door het drogere gras in de kuil is relatief minder suiker omgezet in zuren. Daardoor zien we dit jaar een hoger suikergehalte dan gemiddeld. Mede door dat hoge suikergehalte komen we op een opvallend gunstige SDVE/SOEB verhouding. Er zit wel verschil in voederwaarde tussen de maaimomenten. In de eerste en tweede week van mei zijn kwalitatief goede kuilen gemaakt en in de derde week van mei zien we de voederwaarde wel terugzakken.

 

Tabel 1. Gemiddelde waarden van via De Heus geanalyseerde graskuilen in 2025, gemaaid tot half juni.

DS

g/kg

VEM

/kg ds

VCOS

%

Suiker

g/kg ds

RE Totaal

g/kg ds

SDVE

g/kg ds

SOEB

g/kg ds

467

943

79

105

168

73

35

 

De gemiddelde mineralen gehalten komen overeen met het langjarig gemiddelde. Wel zitten er dit jaar relatief veel sterke uitschieters tussen, met name omlaag, soms omhoog, wat waarschijnlijk in de individuele situaties te verklaren is door benutting van bemesting. Dit is niet alleen een aandachtspunt in melkveerantsoenen, maar zeker ook belangrijk in droogstandsrantsoenen.

Voorkom broei

Het drogestof gehalte is dit jaar relatief hoog. Dat is positief voor de graskwaliteit, maar brengt wel aandachtspunten met zich mee; Voorkom selectie aan het voerhek en voorkom broei. De combinatie van hoog suiker en hoog drogestof is een succesformule voor broei. Verdichting van een drogere kuil is lastiger en er zitten relatief minder zuren in. Wacht dus niet tot die kuil in de broei schiet, maar zorg voor:

  • Gewicht op de kuil en op het snijvlak
  • Voersnelheid

Als je daarmee de broei niet voor blijft, gebruik dan een broeiremmer.

Rantsoen

Over het algemeen zien we dit jaar dus mooie voorjaarskuilen die door de koeien goed te benutten zijn. De hoeveelheid is echter niet reusachtig en de zomerkuilen zijn aanzienlijk taaier. Probeer je rantsoen daarom zo in te richten dat je dit mooie voer over langere tijd kunt verspreiden. Op voorwaarde dat je de broei voor kunt blijven natuurlijk.

Op de meeste plekken heeft snijmais het dit jaar goed gedaan en de maisoogst is al vroeg op gang gekomen. Degenen die op tijd gehakseld hebben, hebben waarschijnlijk een mooi product onder het plastic liggen. Wie last heeft gehad van droogte en/of wie te lang gewacht heeft met oogsten, zal een bestendig product onder het plastic hebben liggen wat moeilijker te benutten is. Zorg dan in ieder geval voor voldoende pensenergie.

Over de auteur

Arnee Korevaar

Productmanager Rundvee

Arnee Korevaar is mede-auteur van dit artikel. Heb je nog vragen? Stuur een mail of bel via 06-11716429.