Vertrouwen in de toekomst
Aan tafel met: Agrarische ondernemers uit België en Nederland
In gesprek met drie heel verschillende veehouders kijken we naar de toekomst. Hoe ziet hun bedrijf er nu uit, wat zijn hun plannen en welke lessen trekken ze uit het verleden? In een geanimeerd gesprek bevragen we hen én bevragen ze elkaar.

Henri van Ramshorst
Legpluimveehouder Henri van Ramshorst (55) houdt samen met twee broers 116.000, een neef en zijn zoon Julian leghennen op twee locaties in Nijkerk. Op één locatie lopen 58.000 vrijloop-hennen en staan zeven eierautomaten voor de huisverkoop. Op de tweede locatie houden ze 58.000 hennen voor de productie van vaccineieren.

Rob van Ginneken
Melkveehouder Rob van Ginneken (42) uit Chaam melkt 160 koeien met drie Lely- melkrobots. Tot drie jaar geleden werkte Rob als freelance agrarisch journalist. Vanwege de groei van het bedrijf en een jong gezin is hij daarmee gestopt.

Ton van Limpt
Varkenshouder Ton van Limpt (43) heeft een zeugenbedrijf in Weelde (België). Het bedrijf met bijna 400 zeugen en 300 vleesvarkens/opfokgelten voldoet aan het Vlaamse Beter Leven-keurmerk. Daarnaast is Ton verantwoordelijk voor de verzorging van de speenbiggen en vleesvarkens op het bedrijf dat zijn speenbiggen afneemt.

Wat geeft het vertrouwen om door te gaan in deze sector?
Rob geeft gelijk aan dat de overheid daar geen rol in speelt. “Ik ben gewoon graag met koeien bezig, ik zie mezelf niet echt als ondernemer. Ik hou van de vrijheid om m’n eigen dag in te delen. Ik kijk steeds wat er op m’n pad komt en hoe ik daar mee omga. Maar vraag niet waar ik over tien jaar sta met m’n bedrijf, dat durf ik niet te zeggen.” “Wij hebben ons bedrijf goed op orde. Bovendien hebben we twee opvolgers”, vertelt Henri. “Onze zoons stappen in een goedlopend bedrijf, in een periode met goede opbrengsten. Door alle beperkingen en onzekerheden die er nu zijn, blijft de groei in de sector achter. Daardoor neemt de eiproductie niet toe en blijven de prijzen op peil”, verwacht Henri. “Dat is heel anders dan toen wij begonnen. Wij hadden toen financieel gezien moeilijke jaren.” Ton haalt zijn vertrouwen uit de goede resultaten van het bedrijf. “Op de speendagen zie je het resultaat van je eigen inspanningen. Als de biggen weer mooi in hun hokken zitten, doet me dat echt iets. Ook als bijvoorbeeld de mestafzet weer goed is geregeld, dat iedereen zijn afspraken is nagekomen. Kortom, als het gewoon lekker draait en we de kost verdienen.”
Wat zijn jullie toekomstplannen?
Ton wil de beschikbare arbeid nog efficiënter inzetten, onder meer via efficiëntie in looplijnen en betere opstart van de speenbiggen. “En ik wil de zeugentak van mijn bedrijf laten groeien naar 700 zeugen. We bereiden nu de vergunningaanvraag voor. Ik vind het wel spannend om die berekeningen te maken.”
Rob vraagt gelijk hoe het zit met vergunningen in België. Ton legt uit dat in België vergunningen periodiek worden herzien. Het bedrijf van Rob kan nog doorgroeien, er is een Natuurbeschermingswet-vergunning voor 200 koeien. “En ik zou graag een bestaande varkensstal ombouwen voor jongvee.” De robots hebben al voor extra efficiëntie gezorgd. “Ik wilde een gebruikte robot bij onze twee bestaande robots plaatsen, voor 30.000 euro. Maar pa drong aan op nieuwe. En dus op een investering van een paar ton. Pa zei: ‘daar verdien je je geld mee, dat moet je gewoon doen’. Daardoor melken we nu 2000 liter per koe extra.” “Wij blijven gewoon doorgaan zoals nu, inclusief de particuliere verkoop van eieren. Dat heeft ons bedrijf een boost gegeven”, vertelt Henri.
“Het geeft energie. We krijgen zoveel leuke reacties van klanten. Doordat ik meer bezig ben met de afzet, voel ik me steeds meer ondernemer. Naast de automaten verkopen we ook aan restaurants en poeliers. En het is allemaal begonnen omdat m’n zoon zich als kind verveelde en eieren ging verkopen aan de weg."

Hoe kijken Ton en Rob naar de consument?
Ton en Rob zoeken de interactie met klanten niet rechtstreeks op. Ton: “Via Beter Leven zijn de ketens heel kort, ik hoef daar zelf niet tussen te zitten. Niet dat ik m’n verhaal niet wil vertellen, anders zat ik hier ook niet.” Rob ervaart dat het grootste deel van de burgers positief is over boeren en dat een klein deel voor het negatieve geluid zorgt. “Mijn moeder heeft jarenlang een kinderopvang gerund op ons bedrijf en nog steeds bezoeken klassen van mijn kinderen de boerderij. We hebben eigenlijk nooit vervelende vragen gehad over het feit dat onze koeien geen weidegang krijgen, omdat onze huiskavel te klein is.” Die kleine huiskavel is ook de reden dat Rob niet kan meedoen aan concepten. “In de melkveehouderij is weidegang de basis van elk concept. Daardoor hoef ik er ook niet over na te denken.”
We doen wat we graag doen.
En uitdagingen?
Natuurlijk zien de drie veehouders ook uitdagingen. Ton maakt zich bijvoorbeeld zorgen over arbeid en het verdwijnen van praktische kennis uit de sector. “Bij elke agrarische ondernemer die stopt, raken we een heleboel praktijkkennis kwijt.” Henri vertelt over tegenslagen die het bedrijf heeft doorgemaakt, zoals besmetting met fipronil en een stalbrand. “Er komen vast nog nieuwe tegenslagen en uitdagingen aan, maar we zetten samen de schouders eronder. Zo hebben m’n broers en ik dat altijd gedaan, samen om tafel en nieuwe plannen maken.” Rob ziet ook dat uitdagingen van alle tijden zijn. “Eerdere generaties hadden uitdagingen met de invoering van het quotum, mestwetgeving en dierziekten als varkenspest en mkz. De uitdagingen die nu op ons afkomen, gaan we ook vast overleven. En de volgende generatie zal weer nieuwe uitdagingen kennen. Het is belangrijk om positief te blijven, ook richting eventuele opvolgers. Je mag best af en toe klagen, maar ik realiseer me: we zijn gezond en we doen wat we graag doen.”
Over de auteur

Kees Janssen
Manager Agra-Matic