Hoe zorg je voor ruwvoer van goede en constante kwaliteit? Experts geven hun visie

28 april 2019
-
3 minuten

Goed ruwvoer is een belangrijke basis voor een gezondere koe en een hogere melkproductie. Zo halen de meeste melkveehouders tussen de 60 en 70 procent van hun melkproductie uit ruwvoer. Maar hoe zorg je ervoor dat je ruwvoerteelt goed verloopt én de opbrengst van constante kwaliteit is? Twee experts geven hun visie op het verbeteren van de kwaliteit van je ruwvoer.

Rintsje Veltman, rundveespecialist en weidecoach

“Als ik kijk naar ruwvoer en weidegang, dan kun je de koeien het beste vroeg in het voorjaar naar buiten doen. Op die manier maak je goed gebruik van de kwaliteit van het gras: de hoogste voederwaarde en de meeste groei heb je in het voorjaar. Ook zorgt het hoge suikergehalte in het gras dan voor smakelijkheid, waardoor je eenvoudig goed ruwvoer in de koe kunt krijgen. Let hierbij op de lengte van je gras: niet te lang, maar ook niet te kort. Dat betekent minimaal 12 tot 13 centimeter, maximaal 17 tot 18. Is het gras langer, begint het te verhouten en gaat de smakelijkheid achteruit.”

 

‘Net als mensen eten koeien ook graag van een schone tafel’

 

“Die smakelijkheid is erg belangrijk. In het voorjaar gaat dat bijna automatisch goed, omdat het gras uit de winter komt en nieuw is. In de zomer en nazomer lopen de koeien al langer op de weidepercelen en moet je ervoor zorgen dat je – na 2 keer weiden – het perceel dichtzet om te maaien. Verder raden we af om al te veel te bloten en slepen, want dan ben je in feite je weidepercelen aan het versmeren. Terwijl iedere koe, net als de mens, ook graag van een schone tafel en een schoon bord eet. Ook kun je het gras smakelijker maken door natrium te strooien met de kunstmest én door te zorgen dat er geen restgras overblijft.”

 

Visie van Rintsje Veltman

Harold van der Burg, melkveehouder

“Belangrijk voor de ruwvoerteelt is de grasmat. We proberen hier zuinig op te zijn door redelijk vroeg te bemesten: begin maart rijden we de drijfmest uit. Dit doen we met sleepslangen, zodat we minder transport over het land hebben. En we voegen wat water toe voor een goede benutting. Daarnaast doe ik de laatste 3 jaar een gedeelde kunstmestgift. Eind februari - voor de sleepslangbemesting – de eerste gift en enkele weken later de tweede. Ik heb het idee dat dat wel voordelig is, zowel qua opbrengst als qua ruw eiwitkwaliteit.”

‘De laatste 3 jaar doe ik een gedeelde kunstmestgift’

 
“Wanneer we vervolgens – bij mooi weer – de eerste snede maaien, proberen we altijd vrij vlot door te werken. Maaien met kneuzers, één keer schudden, snel opwiersen en met de hakselaar wegrijden. De hakselaar snijdt het gras mooi kort. Dat levert een homogeen product op dat we goed kunnen vastrijden in de sleufsilo. We kuilen de eerste en tweede snede altijd over elkaar in, met een toevoegmiddel. Dan hebben we de hele winter een constant product voor de melkkoeien.”

Visie van Harold van der Burg

Blog Harold: ‘Niet zomaar alles doen, maar doen wat bij je past’

In zijn blog vertelt Harold verder over zijn ervaringen met de ruwvoerteelt: welke keuzes maakt hij en hoe zorgt hij voor een constante kwaliteit? Je leest het in zijn blog

Doorpraten over de mogelijkheden om de kwaliteit van je ruwvoer te verbeteren? Stel dan gerust je vraag aan onze ruwvoerspecialist Gert Anker of download de antwoorden op de meest gestelde vragen omtrent ruwvoerteelt.