Stuur op hoger melkvet gehaltes en verbeter uw winstgevendheid

20 oktober 2025
-
3 minutes

Melkvet is een belangrijk bestanddeel van melk, omdat het deel uitmaakt van uw melkwaardering. Het melkvetgehalte wordt ook vaak gebruikt als indicator voor de gezondheid van koeien. Een stabiel, gezond niveau geeft aan dat de koeien het goed doen. Wanneer melkvet een belangrijk onderdeel is van de melkwaardering, is een consistent, hoog melkvetgehalte een voordeel.

Nutritie heeft effect op de melkvetproductie

Ongeveer 60% van de variatie in melkvetgehalte is afhankelijk van factoren zoals management, klimaat en fokkerij. Het effect van voedingsfactoren op het melkvetgehalte is ongeveer 40%. Daarom kan het melkvetgehalte gedeeltelijk via voeding gestuurd worden. Om veehouders te ondersteunen die hun melkvetgehalte willen verhogen of constant willen houden bij veranderingen, heeft De Heus een nieuwe voedingsstof ontwikkeld die we ketogeen potentieel noemen – kortweg KEP. Door KEP te gebruiken bij onze rantsoenbepaling verhogen we de precisie om melk met een hoog of constant melkvetgehalte te leveren.

KEP helpt veranderingen in melkvetgehalte op de boerderij te voorspellen

KEP is ontwikkeld na uitgebreid onderzoek. Door onze kennis van het spijsverteringsstelsel van koeien te combineren met ons geavanceerde rantsoen berekeningssysteem, kunnen we voorspellen hoe veranderingen in voeding het melkvetgehalte van dezelfde koeien binnen een bedrijf beïnvloeden.

De melkvetproductie is onder andere het resultaat van de productie van langeketenvetzuren (LKVZ) en vluchtige vetzuren (VVZ) in de pens, plus de productie van VVZ in de dikke darm. Beide dragen aanzienlijk bij aan de vetsynthese in de uier, zoals te zien is in figuur 1.

Figuur 1:

Optimaliseer uw melkveerantsoen voor een hoge melkvetproductie

Het is belangrijk om rekening te houden met de vetzuursamenstelling van ruwvoer, voer en krachtvoeringrediënten. De LKVZ palmitinezuur (C16:0) uit voer kan direct in melkvet worden opgenomen, wat een positieve bijdrage levert aan een hogere melkvetproductie (figuur 2). Onverzadigde vetzuren (UVZ) verlagen de melkvetsynthese. Het hangt echter van de specifieke OVZ af in hoeverre de melkvetproductie wordt verlaagd. Daarom is het effect van verschillende onverzadigde vetten zorgvuldig bestudeerd, wat uiteindelijk heeft geleid tot een nutritionele parameter die we het gewogen onverzadigde vetzuurgehalte noemen. Deze wordt samen met andere voedingsstoffen gebruikt in onze berekening van KEP. Wanneer de hoeveelheid gewogen onverzadigde vetzuren stijgt, zien we de melkvetproductie dalen. Figuur 2 illustreert deze trends.


Figuur 2. Het effect van het palmitinezuurgehalte (C16:0) of het gewogen onverzadigde vetzuurgehalte in het totale rantsoen op de verandering in het melkvetgehalte. De blauwe lijn geeft het typische bereik in het dieet weer, terwijl de groene lijn extremere waarden weergeeft.

Voor alle ruwvoeders, ingrediënten en mengvoeders worden nu de LKVZ-niveaus, inclusief C16:0 en het gewogen onverzadigde vetzuurgehalte, berekend en omgerekend naar de KEP-nutriënt. Andere voedingsstoffen die van invloed zijn op melkvet en melkkoeien, worden ook meegenomen in de bepaling van KEP.

Met KEP voorspellen we rantsoenveranderingen op basis van melkvetgehalte:

• Bij gebruik van verschillende voedermiddelen
• Bij het wisselen van maïs- of graskuilen
• Door gebruik te maken van het effect van additieven (bijvoorbeeld bestendige vetten en natriumbicarbonaat).
 
Door rantsoenen te optimaliseren op basis van KEP kunnen melkveehouders de hoogste melkvetgehaltes bereiken, wat aanzienlijke financiële voordelen voor hun bedrijf kan opleveren.

Het gewogen onverzadigde vetzuurgehalte wordt bepaald door De Heus om het effect van onverzadigde vetzuren op melvet te voorspellen en is afhankelijk van:

  • Niveau van onverzadigde vetzuren (OVZ)
  • Verschillen in de verlaging van de melkvetproductie tussen individuele OVZ
  • De fysieke vorm van de grondstof (olie, koek, oliehoudend zaad)