Koninklijke De Heus breidt haar activiteiten in Azië uit met de overname van CJ Feed & Care
Op 1 oktober 2025 is Royal De Heus een koopovereenkomst aangegaan voor de overname van de activiteiten van CJ Feed & Care in Vietnam, Indonesië, Cambodja, Zuid-Korea en de Filipijnen. Deze transactie vormt een belangrijke stap in de groeistrategie van De Heus. Zij onderstreept de ambitie van De Heus om bij te dragen aan het verbeteren van de toegankelijkheid tot veilige, voedzame en betaalbare voeding door veehouderij- en aquaculture bedrijven in belangrijke groeimarkten te ondersteunen. De overname omvat 17 voerfabrieken.
Versnelling van groei in bestaande markten en toegang tot nieuwe markten
Sinds haar eerste stap in Vietnam in 2009 heeft De Heus gestaag een sterke positie in Azië opgebouwd. De overname van CJ Feed & Care verstevigt de aanwezigheid in Vietnam, Indonesië en Cambodja, en zorgt voor directe markttoegang tot Zuid-Korea en de Filipijnen: twee strategisch belangrijke landen met aanzienlijk groeipotentieel in de productie van dierlijk eiwit.
Samen bouwen aan sterke lokale ketens voor dierlijke eiwitten
In lijn met haar strategie, bevestigt De Heus met deze overname opnieuw haar ondersteuning aan onafhankelijke veehouders. Dankzij deze acquisitie krijgen veehouders bredere toegang tot hoogwaardige voeding, genetica en technische ondersteuning, terwijl tegelijkertijd actief wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van een concurrerende en veerkrachtige veehouderijsector.
Gabor Fluit, CEO van Royal De Heus, zegt:
“Wij zijn trots op de ondertekening van deze koopovereenkomst. Met deze overname versterken we onze positie in Azië aanzienlijk. Door onze expertise op het gebied van diervoeding, bedrijfsmanagement en diergezondheid te combineren met de sterke lokale aanwezigheid van CJ Feed & Care, kunnen we nog meer waarde creëren voor onze klanten, partners en de sector als geheel. Samen met onze partners blijven we onafhankelijke boeren ondersteunen en versterken, om zo bij te dragen aan een veilige en betrouwbare voedselvoorziening wereldwijd voor de komende generaties.”
Onder voorbehoud van de gebruikelijke goedkeuringen van de toezichthoudende autoriteiten wordt verwacht dat de transactie in de eerste helft van 2026 wordt afgerond.