7 praktische tips voor werken met vrijloopkraamhokken
De Dierenbescherming heeft het afgelopen jaar voor het eerst een standpunt ingenomen over de eisen die gesteld moeten worden aan het vrijloopkraamhok in Nederland. Dat hebben ze gedaan via een aantal conceptcriteria voor 2035. Deze criteria zijn nog niet definitief, maar blazen wel weer nieuw leven in de discussie over de uitvoering van vrijloopkraamhokken. Wat de eisen vanuit de Nederlandse- en Europese overheden precies gaan worden blijft speculeren, maar je kunt je er wel vast op voorbereiden.

Dit zijn de voorgestelde eisen vanuit de Dierenbescherming
In de conceptcriteria staat onder andere dat het totaal oppervlak minimaal 7,5 m2 moet zijn. Voor de zeug moet minimaal 4,5 m2 toegankelijk zijn met een draaicirkel van twee meter. Voor de biggen is er een dichte vloer van minimaal één m2 afgeschermd. De zeug mag maximaal vijf dagen gefixeerd blijven. Los van de haalbaarheid en redelijkheid van de criteria is het goed om je toch alvast voor te bereiden op nieuwe wetgeving die waarschijnlijk wel deze kant op gaat.
Zeven praktische tips voor werken met vrijloopkraamhokken
Op basis van de laatste inzichten hebben we een aantal tips om het werken met vrijloopkraamhokken tot een succes te maken. Hieronder hebben we ze op een rij gezet:
1) Zorg voor een goed micro-klimaat in het biggennest
Met stip op nummer één. Je moet ervoor zorgen dat de biggen graag in het gebied willen liggen waar de zeug niet kan komen. Daarvoor moet er voldoende verschil zijn in temperatuur tussen het biggennest en de rest van de afdeling. Door een kap over het biggennest te plaatsen kun je dit temperatuurverschil makkelijker halen en kun je tocht voorkomen. Zorg er daarnaast voor dat de temperatuur in het biggennest regelbaar is. Mochten de biggen buiten het nest gaan liggen, dan kun je de temperatuur aanpassen.
2) Breng de afdelingstemperatuur omlaag
Dit punt sluit aan op tip één. Om de biggen naar het nest te lokken moet de omgevingstemperatuur lager zijn dan je nu gewend bent. Rondom het werpen blijft het advies hetzelfde als voorheen om verkleumen te voorkomen. Na een week mag de afdelingstemperatuur twee graden lager worden gezet dan het standaardadvies dat geldt voor afdelingen zonder een kap boven het biggennest. Een bijkomend voordeel is dat zowel de zeugen als het personeel dit prettig vinden.
Je kunt biggen naar het nest lokken door bijvoorbeeld een jutte zak met de geur van de zeug in het nest te leggen, of door biggen zelf in het nest te leggen.
3) Maak een plan voor de dagen rondom de geboorte
De dagen rondom de geboorte zijn normaal gesproken al heel intensief. Dat wordt in het vrijloopkraamhok alleen maar intensiever, met name door het risico op doodliggen. Het kan daarom handig zijn om wat zaken aan je standaard protocol toe te voegen, zoals maatregelen om biggen naar het nest te lokken. Dat kan bijvoorbeeld door een jutte zak met de geur van de zeug in het nest te leggen, of door biggen zelf in het nest te leggen.
Daarnaast wordt ook de periode van fixeren belangrijk. Hoe je dit gaat invullen wordt afhankelijk van de wetgeving, de veiligheid bij het werken, de beschikbaarheid van arbeid, maar ook de benutting van de voordelen van een zeug met meer bewegingsvrijheid.
4) De vreetplek voor de big moet goed bereikbaar zijn
Bij het ontwerp van een vrijloopkraamhok wordt de plaatsing van het voerbakje en/of cups vaak over het hoofd gezien. Idealiter is er minimaal 20 cm vrij rondom de kom, kan de zeug er niet bij en staat de kom in de buurt van de trog. Zien vreten doet vreten.
Download interactieve illustratie met meer tips
We hebben een interactieve illustratie gemaakt met aandachtspunten en tips. Download de de pdf en kijk wat je zelf nog kunt verbeteren door met je muis over de aandachtpunten te gaan.
5) Beenwerk en gedrag van de zeug wordt nog belangrijker
Niet iedere zeug is geschikt voor het vrijloopkraamhok. In ieder zeugenstapel zitten zeugen die, met name door gedragseigenschappen en beenwerk, niet goed zullen presteren in het vrijloopkraamhok. Een gedeelte van de oplossing zit natuurlijk bij de fokkerijorganisaties, maar je kunt ook zelf al wat zaken aanpakken.
De beenwerkkwaliteit van de zeug wordt voor een belangrijk deel bepaald in de opfok. Zorg ervoor dat de gelten groeien volgens de curve en op het juiste moment worden geïnsemineerd. Maak altijd gebruik van speciaal gelten opfokvoer, zodat je altijd de juiste en voldoende mineralen en spoorelementen aanbiedt.
Zeugen die door beenwerkproblemen niet beheerst gaan liggen en daardoor biggen dooddrukken, gaan dit de volgende ronde ook doen. Je kunt dit het beste goed registreren, waardoor je ze de volgende ronde, zolang dit nog mag, gefixeerd laten staan. Hetzelfde geldt voor agressief gedrag. Als een zeug agressief gedrag vertoond, kun je dat registreren zodat je zeker weet dat je die zeug niet meer gebruikt voor de productie van opfokzeugen.
6) De zeug moet comfortabel kunnen staan
Om te voorkomen dat zeugen uitglijden of zich plotseling laat vallen moeten ze comfortabel kunnen staan. Kies daarom voor een vloer die niet doorzakt. Wanneer een vloer wat meebeweegt gaat een zeug onzeker staan waardoor de kans op vallen vergroot wordt. Daarnaast is het handig als er door middel van reliëf of materiaalkeuze meer grip wordt gecreëerd. Voorkom zoveel mogelijk scherpe randen en plaatsen waar de teen van de zeug in vast kan komen te zitten.
7) Zorg dat er altijd een hekwerk tussen jou en de zeug kan staan
Als je in het hok moet zijn, moet dit veilig kunnen. Probeer het hok zo in te delen dat er bij zo veel mogelijk handelingen een hek tussen jou en de zeug kan blijven. Dit kan door een handige indeling van het hekwerk, maar ook door handige fixeersystemen. Wanneer je een zeug makkelijk tijdelijk kan fixeren, zonder splitpennen en dergelijke, maak je er sneller gebruik van. Zo voorkom je dat in de haast van de dag toch snel over het hek wordt geklommen.
Daarnaast is het handig om een doorloop in een hek te maken en om het hekwerk zoveel mogelijk laag te houden. Een bijkomend voordeel van laag hekwerk is dat de zeug jou ziet aankomen en andere zeugen ziet. Hierdoor schrikt de zeug minder snel.
Over de auteur

Sjoerd Gerrits
Specialist varkens
Sjoerd is opgegroeid op het varkensbedrijf van zijn ouders en heeft het vak daarmee met de paplepel ingegoten gekregen. Hij heeft inmiddels ruime ervaring in de sector bij verschillende bedrijven en in verschillende functies en is nu een gewaardeerd lid van het varkensteam van De Heus.