Bedrijfsreportage in Melkveebedrijf: Familie Dijkstra: monitoren, automatisering en goed rantsoen

03 juni 2024
-
Lees het gehele artikel op Melkveebedrijf.nl

Homme en Yvonne Dijkstra hebben een melkveebedrijf in het Friese Rottum. Dit moderne en geautomatiseerde bedrijf kent goede resultaten met een goede melkproductie en diergezondheid. Op 23 mei openden ze de deuren van hun stal ter gelegenheid van de Alta Dairy Managers Open Day, zodat bezoekers met hun eigen ogen de manier van werken konden zien.

Dit artikel verscheen 28 mei op Melkveebedrijf.nl.

Melkveehouderij De Telegraaf is al sinds 1880 in eigendom van de familie Dijkstra. Homme en Yvonne zijn de zesde generatie en hebben in 2023 het bedrijf overgenomen. Hun 250 melkkoeien staan in een moderne stal, die in 2013 op de plek van de oude stal is gebouwd. Het voeren vindt automatisch plaats met een voerrobot van Trioliet en sinds 2022 draaien er vier nieuwe M2 Fullwood melkrobots. De stal van het jongvee is in 2023 geoptimaliseerd.

In totaal heeft Dijkstra 146 hectare land, waarvan 116 hectare in gebruik is als grasland, 22,5 hectare wordt ingezet voor mais en 3,5 hectare voor voederbieten. De mest- en landwerkzaamheden worden uitgevoerd door het loonbedrijf van de broer en zwager van Homme (Leanbedriuw Boonstra & Dijkstra), dat op dezelfde locatie zit. Verder werken er nog twee vaste werknemers op het bedrijf.

Automatisering, nauwkeurig de toestand van de koeien volgen en een geschikt rantsoen zijn focuspunten van Dijkstra. Dat dit loont, is terug te zien in zijn resultaten. Gemiddeld ligt de jaarlijkse melkproductie op 12.703 kilogram met 4,20 procent vet en 3,59 procent eiwit. Het ureumgehalte van de melk is achttien en het celgetal 170.

Scherp sturen op rantsoen

Tijdens de open dag werden er verschillende workshops gehouden op het bedrijf. Zo ook in de voerkeuken. “Dijkstra is altijd super scherp op zijn rantsoen”, vertelt Geertjan Fekken van voerleverancier De Heus Voeders. “Dat is erg belangrijk voor de cijfers van je bedrijf. Het begint uiteindelijk allemaal bij de motivatie van de boer en boerin, die dit vervolgens overdragen aan hun medewerkers. Andere succesfactoren zijn het snel signaleren van veranderingen in de stal, dit te analyseren en er vervolgens naar te handelen.”

Uit de laatste melkcontrole blijkt dat er slechts twee ketose-gevallen op het bedrijf zijn. Deze koeien geven 63 en 64 liter melk, dus er is volgens Fekken geen reden tot paniek. Er zijn geen koeien met een verhoogd celgetal na afkalven. De ureumwaarde in de melk ligt op zestien, gelijk aan de uitslagen van de melktank.

Voeren vindt automatisch plaats met een voerrobot van Trioliet. - foto gemaakt door Melkveebedrijf

Ook is het rantsoen van droogstaande koeien super belangrijk volgens Fekken. Dijkstra kiest ervoor om zijn koeien tweederde kuil te geven met circa drie kilogram gehakseld stro. Dit wordt aangevuld met een meelmengsel, met mineralen en vitaminen, afhankelijk van de toestand van de koppel. De close-upgroep krijgt nog bierborstel toegediend om de pens voor te bereiden op een ander rantsoen na de droogstand.

Als opstartbrok krijgen de droogstaande koeien Fitbrok, dat choline bevat. Deze stof stimuleert de werking van de lever van binnenuit. Zo wordt leververvetting voorkomen, wat gezondheidsvoordelen heeft aan het begin van de lactatie. Koeien hebben hierdoor onder andere een lagere kans op aan de nageboorte blijven staan en mastitis.

Geertjan Fekken van voerleverancier De Heus Voeders deelt succesfactoren voor een goed rantsoen. - foto gemaakt door Melkveebedrijf

RE onder nieuwe norm

Het Ruw Eiwitgehalte in het totale rantsoen van Dijkstra ligt op 148 gram. Dit ligt onder de nieuwe norm van 150 gram. Ondanks dat geven de koeien gemiddeld veertig liter melk. “Dit is iets wat tien jaar geleden nog als onmogelijk werd beschouwd”, meent Fekken.

“Een ander opmerkelijk punt is dat de koeien van Dijkstra aan het begin van de lactatie melk met een vetpercentage van 3,99 procent geven. Vaak verhoogt deze waarde aan het begin van de lactatie, doordat het rugvet wordt gemobiliseerd. Het feit dat dat hier niet gebeurt geeft aan dat de opnamecapaciteit van energie uit het rantsoen goed is.”