Reportage Melkveebedrijf De Klef

24 jun. 2020

Rond 1988 kwam Willy Cremers in het bedrijf en werd de varkenstak afgestoten. Hij ging zich volledig op de koeien richten. In de jaren die volgen, heeft het bedrijf zich stap voor stap uitgebreid naar de nu 200 koeien omvattende veestapel. In 2014 was Joris klaar was met middelbare agrarische school en kwam hij erbij in het bedrijf. Op dat moment lag de focus op verdere optimalisatie en is gestart met het driemaal daags melken. Ook is de huisvesting van de jongvee opfok aangepakt.

De Klef zuivel

In 2015 ontstonden de eerste ideeën voor het zelf verwerken van een deel van de eigen melk. Willy: “Het bedrijf verder uitbreiden in het aantal koeien werd moeilijker. Daarnaast heb je als melkveehouder amper invloed op de totale productieketen van melk. Alleen het stukje van kalf tot koe heb je normaal gesproken in de hand. We zochten manieren om meer met ons product te doen en onze bedrijfsvoering nog beter te maken. Zo kunnen we met de extra activiteiten ook de inzet van medewerkers op het bedrijf beter regelen." Eerst dacht de familie aan een  melktap aan de weg zetten en aan een winkel aan huis. Later kwam het idee om de producten in lokale supermarkten te verkopen.

Op de winkelvloer

Twee jaar geleden is Joris op een dag richting de supermarkt in het dorp gegaan, met de vraag of hij dagverse volle melk in de winkel kon leggen. Van de supermarktondernemer kreeg hij echter te horen dat volle melk weinig verkocht wordt, het is maar 10% van het totaal aandeel aan melk. Toen ontstond het plan om zelf halfvolle melk te maken. Ook kreeg hij in de supermarkt de tip om verder te kijken en ook andere zuivelproducten te maken.

Uiteindelijk heeft het de realisatie van idee naar het winkelschap vier jaar in beslag genomen. Het verkopen van een product aan de supermarkt en aan de bank voor de financiering, zonder al producten te hebben en zekerheid van afzet, is een grote opgave. Verkoop aan de supermarkt
is gelukt, maar voor de financiering hebben ze andere wegen gevonden.

Samen met lokale supermarktondernemers

Gaandeweg het proces heeft Joris ook een heel ander beeld van de retail gekregen: “In de ogen van de boer, zijn zij vaak de boosdoener van de slechte prijzen, maar de lokale  supermarktondernemers zitten in hetzelfde schuitje. Ze hebben mij goed geholpen met tips over welke producten goed lopen. Samen neem je uiteindelijk risico om het product in de schappen te leggen.”

Opvallen met acht producten

De familie Cremers houdt niet van half werk, daarom is er een professionele zuivelruimte gemaakt om de melk te verwerken. Begin januari 2020 zijn Karlijn, Joris, Sandra en twee parttime  medewerkers gestart met de productie van de zuivel. Inmiddels worden er acht verschillende producten gemaakt: volle en halfvolle melk, drie smaken yoghurt en drie smaken kwark. De opstart is goed verlopen en men breidt de productie langzaam uit. Joris: “Om op te vallen in het schap, hebben we expres gekozen voor een opvallende verpakking. De melk zit in ouderwets
lijkende flessen, maar dan van plastic en de yoghurt en kwark in transparante potten met een opvallende opdruk.”

De eerste twee dagen verkochten we al 250 potjes. Streven is om eind van dit jaar 10% van onze melkproductie in eigen verkoop af te zetten.

Joris Cremers

 

Duurzaam en lokaal

Ook op het gebied van duurzaamheid is nagedacht, vooral als het gaat om energieverbruik. De melk wordt rechtstreeks vanuit de melkstal naar de zuivelruimte gepompt. Voor het pasteuriseren hoeft de melk dan nog maar met ongeveer 35 graden verwarmd te worden. Ook wordt het koelwater vervolgens weer gebruikt voor de melkkoeien.

De producten worden in eigen beheer door één van de medewerkers met een koelwagen naar de winkels gebracht. Bij de start in januari lagen de producten van De Klef bij acht supermarkten in het schap, wat in februari is opgelopen tot 18 verkooppunten. Wat de familie aan collega-melkveehouders mee wil geven, is dat lokaal afzetten van producten zeker mogelijk is. “Durf in gesprek te gaan met lokale supermarkten. Zij zijn net als wij lokale ondernemers. Consumenten willen graag herkenbare producten kopen van dichtbij. Lokaal is gewild. En ik denk dat de coronacrisis ons daarbij zelfs heeft geholpen. Tot slot; denk niet dat je de prijs veel hoger kunt houden dan de bekende producten, want dan blijft het staan in het schap. Vraag een eerlijke prijs die de consument begrijpt en dan ligt er een mooi extra verdienmodel.”