Voeren op saldo per koe

20 oktober 2017
-
2 minuten

Het uitdagen van koeien aan het begin van de lactatie verbetert de gezondheid, de efficiëntie én het saldo. Traditioneel wordt na het afkalven de hoeveelheid krachtvoer, die verstrekt wordt naast het basisrantsoen, in een aantal weken opgebouwd tot de maximale gift (13 kg/koe/dag in dit onderzoek).

Kies voor de uitdaging

Traditioneel wordt na het afkalven de hoeveelheid krachtvoer, die verstrekt wordt naast het basisrantsoen, in een aantal weken opgebouwd tot de maximale gift (13 kg/koe/dag in dit onderzoek). Na de piekperiode wordt afhankelijk van de persistentie van de koe op enig moment de krachtvoergift weer afgebouwd op basis van de gerealiseerde melkproductie. In recent onderzoek door De Heus is een andere strategie uitgetest om het saldo, de productie-efficiëntie en de gezondheid verder te verbeteren. Er werd met de koeien tijdens dit onderzoek sneller en langer toegewerkt naar een hoger krachtvoerniveau. Na tien weken werd de krachtvoergift aangepast op basis van de melkproductie.

Meer melk, meer melkvet en meer melkeiwit

De verhoging van de maximale krachtvoergift aan het begin van de lactatie leidde bij de tweedekalfs en oudere koeien tot 3,8 kilogram hogere melkproductie gedurende de eerste 155 dagen in lactatie (figuur 1). Bij de vaarzen was het effect kleiner, omdat vaarzen over het algemeen een veel minder negatieve energiebalans hebben. Door de hogere melkproductie daalde het vetgehalte met 0,1 procent, maar het melkeiwitgehalte en lactosegehalte bleven gelijk. De productie van kilogrammen melkvet, melkeiwit en lactose per koe per dag lag significant hoger bij de hogere krachtvoergift. Opvallend aan de grafiek in figuur 1 is dat de lijnen evenwijdig aan elkaar blijven lopen. De hogere maximale krachtvoergift in het begin van de lactatie resulteert dus in een hogere melkproductie gedurende de gehele lactatie.

Verbeterde gezondheid

Ondanks de fors hogere melkgift bij harder voeren, hadden de koeien een significant hoger lichaamsgewicht als gevolg van een minder lage negatieve energiebalans. Een minder negatieve energiebalans is gecorreleerd aan een betere opstart en een beter werkend immuunsysteem van de koeien, minder problemen met eventuele leververvetting, slepende melkziekte, mastitis, vruchtbaarheid of klauwproblemen.
In situaties met bijvoorbeeld een lagere ruwvoerkwaliteit of een hoge melkproductie bij vaarzen, kunnen ook vaarzen met een negatieve energiebalans te maken krijgen. In die gevallen kan ook een effect van harder voeren op vaarzen verwacht worden. Dit hangt dus af van de specifieke bedrijfssituatie.

Beter saldo

De verhoogde krachtvoergift leverde 3,8 kilogram melk per koe per dag extra op. Dit leidde tot een meeropbrengst van 121 gram melkeiwit, 63 gram melkvet en 169 gram lactose per koe per dag (tabel 1). De opbrengsten namen hierdoor met € 0,99 per koe per dag toe. De krachtvoerkosten stegen met € 0,70 per koe per dag. Dit leverde een verbetering van het saldo op van € 0,29 per koe per dag.

Uiteraard is de saldoverbetering afhankelijk van de melkopbrengstprijs en de krachtvoerkosten. Uit tabel 2 is af te leiden dat harder voeren nagenoeg altijd loont en resulteert in een hoger saldo per koe. De hogere melkopbrengst resulteerde in een verbetering van de voerefficiëntie van 1,56 naar 1,63 (voor een gemiddelde koe op dag 84 in lactatie) en de fosfaatefficiëntie nam daarbij toe van 42 naar 44 procent.

Figuur 1: Gemiddelde respons in melkproductie van tweedekalfs en oudere koeien bij harder voeren 
Gele lijn = Harder voeren
Grijze lijn = Traditionele krachtvoeropbouw


Tabel 1: Verbetering van melkeiwit-, melkvet- en lactoseproductie per koe per dag en de
bijbehorende meeropbrengst gedurende de eerste 155 dagen in lactatie bij harder voeren
(tweedekalfs en oudere koeien, prijzen RFC; garantieprijs € 0,36 /kg melk)


Tabel 2: Verandering van saldo per koe per dag bij een variërende melk- en voerprijs (€/kg)
(voor tweedekalfs en oudere koeien)

Voor iedereen haalbaar?

Uiteraard is de mogelijke respons in melkproductie afhankelijk van vele factoren, waaronder het uitgangsrantsoen, het productieniveau en de droogstand. De koeien moeten het verhoogde krachtvoerniveau aan kunnen. Daarom worden in het lactatierantsoen ook eisen gesteld aan de structuurwaarde en fermentatiesnelheid van koolhydraten op pensniveau. Bekijk samen met een rundveespecialist van De Heus hoe u ook op uw bedrijf het saldo kunt verhogen.