Kijk op gezonde vleeskuikenhouderij

01 december 2010
-
3 minuten

De antibioticumdiscussie ging lange tijd aan de vleeskuikenhouderij voorbij. Ging, want de sector staat nu volop in de schijnwerpers. De intensieve veehouderij rest weinig anders dan krachtig in te grijpen. Op de thema-avond werden de feiten besproken en de mogelijkheden om in de toekomst verantwoord om te gaan met antibioticum.

In september kwam in het nieuws dat een vrouw was overleden aan de besmetting door antibioticumresistente ESBL-bacteriën. De besmetting en het overlijden van de vrouw zette iedereen op scherp. Enkele maanden later is de scherpte een beetje van discussie af, maar maken veel mensen in de pluimveehouderij zich nog wel steeds zorgen. Dit bleek overduidelijk tijdens het symposium dat De Heus half november organiseerde. ‘De talrijk aanwezige pluimveehouders luisterden met volle aandacht’, vertelt De Heus’ Sectorhoofd Vleespluimvee Jean Spreuwers. Hij onderstreept hiermee de ernst van de situatie. ‘Iedereen wordt geconfronteerd met het probleem.’ Prominente spreker tijdens het symposium was Dik Mevius. Als onderzoeker en professor is hij gespecialiseerd in het onderwerp resistentie en zit hij met regelmaat bij bestuurders in Brussel en Den Haag aan tafel. Hij legde tot in detail uit hoe het probleem resistentie ontstond. ‘In onze darmen en die van de kuikens zitten miljarden bacteriën. In een gram darm zitten meer bacteriën dan dat er mensen zijn op aarde. Als deze bacteriën worden blootgesteld aan antibiotica gaan er veel dood, maar er zitten meestal wel een paar bacteriën tussen die ongevoelig zijn en daardoor overleven. Deze ongevoelige oftewel resistente bacteriën krijgen de kans zich te vermeerderen, zeker als de antibioticabehandeling voortduurt.’

Minder gebruik

Er is wel wat tegen resistentie te doen. Minder antibioticagebruik bijvoorbeeld. Terwijl het gebruik van antibiotica in Nederland bij mensen zeer laag is, is deze in de intensieve veehouderij bijzonder hoog. Het meeste van alle landen.


Tabel 1 Redenen van antibioticagebruik bij vleeskuikens


Redenen voor dit forse gebruik zijn onder andere het verdwijnen van de groeibevorderaars in 2006 en de schaalvergroting van bedrijven. Bij vleeskuikens steeg het antibioticaverbruik van 20 dagdoseringen in 2006 tot 35 in 2009. Meer dan 90 procent van de middelen wordt oraal en via koppelbehandeling toegevoegd. Hierdoor worden ook gezonde dieren behandeld met antibioticum.


Figuur 1 Het gebruik van antibiotica bij vleeskuikens is sinds 2005 gestegen tot ruim 35 dagdoseringen


De stijging van het antibioticaverbruik leidt tot een toenemende resistentie. Daar komt nog bij dat er een groot aantal verschillende middelen worden gebruikt bij vleeskuikens. Dit leidt tot multiresistente bacteriën die ongevoelig zijn voor meerdere middelen. ‘De intensieve veehouderij is een groot reservoir van multiresistente micro-organismen’, zei Mevius op het symposium. ‘Is dit een risico? Ja! Dit is een risico voor de diergezondheid en volksgezondheid als deze bacteriën naar mensen overdraagbaar zijn. En we weten nu dat dit het geval is.’

MRSA en ESBL

Een eerste probleem met resistentie betrof MRSA. Dit ging met name om varkens en kalveren. Gevolg hiervan is dat varkenshouders niet langer zo maar tot een ziekenhuis worden toegelaten, maar een aparte behandeling krijgen. MRSA is een wereldwijd probleem, maar heeft nog geen gevolgen voor de pluimveehouderij. De recente problematiek met resistentie betreft ESBL. Deze bacterie komt bij vijf procent van de ziekenhuispatiënten voor, bij tien procent van de bevolking en op honderd procent van de vleeskuikenbedrijven. Een derde deel van de vleeskuikenhouders is drager en 88 procent van het kippenvlees in de winkels is besmet. Mevius: ‘niet voor niets dat er zorgen zijn over de volksgezondheid door problemen uit de voedselketen.’ Mevius noem twee belangrijke maatregelen om resistentie terug te dringen:
1 Minder koppelbehandelingen (preventief gebruik uitbannen).
2 Bepaalde antibiotica reserveren voor mensen, dus verbieden voor landbouwhuisdieren.
Op de vraag uit de zaal ‘Waarom zou de pluimveehouderij dit doen?’ antwoordt Mevius duidelijk: ‘Om de huidige problemen de baas te worden en om nieuwe problemen, die komen er zeker, te voorkomen.’

Regels

Het ontstaan van resistentie en de verspreiding is een complex geheel. Het verminderen van het gebruik van antibiotica is een eerste stap. ‘Met de overheid is afgesproken dat de intensieve veehouderij fors ingrijpt in het antibioticagebruik’, vertelde dierenarts Arno van der Wielen van dierenartsencombinatie Aadal. ’Ten opzichte van 2009 twintig procent reductie in maart 2011 en vijftig procent twee jaar later.’ Momenteel wordt in de vleeskuikenhouderij ruim de helft van de antibioticabehandelingen toegepast vanwege darmproblemen. Luchtwegproblemen zijn met bijna een derde deel een goede tweede. De nadruk van het antibioticagebruik ligt in de derde en vierde week en dit verschuift iets naar voren toe. Het terugdringen moet gebeuren door antibiotica terughoudender toe passen en op voorschrift van de dierenarts. Alleen de eigen dierenarts van de veehouder mag middelen voorschrijven en er wordt een bedrijfsbehandelplan opgesteld. Het Centraal Veterinair Informatiesysteem en IKB gaan het >antibioticaverbruik registreren. Goed klimaat, voer, water en uitgangsmateriaal moeten minder verbruik van antibiotica mogelijk maken.

Voer

‘De oplossing naar correct en selectief antibioticumgebruik is eigenlijk een puzzel waar elk puzzelstukje, de veehouderij, dierenarts, fokkerij en anderen aan moeten bijdragen. Voeding kan bijdragen aan het verbeteren van de gezondheid en het verminderen van het antibioticaverbruik. Hierdoor is voeding een deel van de oplossing’, stelde Patrick van Vugt, productmanager vleespluimvee bij De Heus. Het is belangrijk om de werking van het verteringsstelsel van kuikens te begrijpen. Een goed werkende krop en spiermaag zorgen ervoor dat een eerste barrière gevormd wordt. Hierdoor worden ziekteverwekkers tegengehouden en ontstaat in het verteringsstelsel van het kuiken een juiste balans tussen goede en slechte bacteriën.


Figuur 2 Bij een toename van eiwit neemt de kwaliteit van het strooisel af


Er is al het nodige onderzocht op voedingsgebied. De Heus onderzocht ondermeer toevoegingen, eiwitniveaus en zuren. Van Vugt: ‘De conclusie is dat er voldoende handvatten zijn om met het terugdringen van het antibioticagebruik de resultaten op peil te houden. We moeten dit echter sectorbreed aanpakken en het zal niet eenvoudig zijn.’

Patrick van Vugt