Zuur zorgt voor de beste graskuilen

24 april 2013
-
2 minuten

Vijf praktische tips vormen het antwoord op de vraag hoe u de beste graskuil maakt. De tips zijn het resultaat van een uitgebreid onderzoek naar graskuilen door BlggAgroXpertus, Barenbrug en De Heus.

Tip 1: Maai op het ideale tijdstip

Het tijdstip van maaien is sterk bepalend voor de hoeveelheid suikers. Suikers zijn nodig voor de conservering en het snel stabiel worden van de graskuil. In het voorjaar, bij zonnig weer en lage nachttemperaturen, neemt het suikergehalte per dag toe. Voor een smakelijke kuil met een hoger suikergehalte laat u gedurende de dag zonuren in het gewas komen en maait u tijdens de tweede helft van de dag.

Tip 2: Beperk verliezen bij het voordrogen

De gewasverliezen worden onder andere bepaald door het aantal bewerkingen bij het voordrogen. Schudden geeft meer verliezen dan gras keren. Een gras/klavergewas geeft grotere verliezen dan alleen gras. Daarnaast geeft de maaikneuzer meer verliezen dan een maaier. De verliezen liggen tussen 0,12 tot 0,50 ton droge stof per hectare bij een gemiddelde maaisnede. Beperk daarom het aantal keren schudden, zeker als u een maaikneuzer gebruikt en bij een gras/ klavergewas.

Tip 3: Let op de verdichting bij het inkuilen

Een goede conservering hangt sterk af van de methode van inkuilen. Hoe minder zuurstof in de kuil overblijft, hoe beter de conservering van de kuil slaagt. Een kuil zonder zuurstof is in zeer korte tijd stabiel en bereikt snel de gewenste pH, zodat er meer voederwaarde bewaard blijft. De verdichting van de kuil hangt af van:

» inkuilen op een kuilplaat of in een sleufsilo; 
» aanvoersnelheid per hectare en shovelgewicht; 
» tijdsduur van de shovel op de kuil; 
» laagdikte van het per keer opgebrachte gras.

De gewenste verdichting van een kuil,minimaal 225 kg droge stof per m³, bereikt u wanneer u maximaal 4 ha per uur bij de sleufsilo of kuilplaat aanvoert en de opgebrachte laagdikte niet meer dan 15 cm dik is. Bij een hogere capaciteit dan 4 ha per uur kunt u beter met twee shovels op twee kuilplaten inkuilen.Hakselen zorgt voor een 10 procent hogere dichtheid van de kuil.

Tip 4: Zorg voor een drogestofpercentage van 40 procent

Broei in de kuil is sterk afhankelijk van de inkuilmethode, maar zeker ook van het drogestofpercentage van het gras. Ons onderzoek in de afgelopen winterperiode van veertig kuilen, toont aan dat broei bij uitkuilen voor een belangrijk deel is te verklaren door het drogestofpercentage van de graskuil. Het ideale drogestofpercentage van graskuil is 40 procent. Dit percentage is zowel rantsoentechnisch maar ook wat betreft het beperken van de broei het meest wenselijk. Nattere kuilen zijn eerder een probleem, omdat de melkkoeien beperkt worden in de totale drogestofopname van het rantsoen. De koeien moeten veel kilogrammen product opnemen, terwijl de totale drogestofopname tegenvalt. Te droge kuilen daarentegen conserveren juist moeizaam en zijn bij uitkuilen ook veel broeigevoeliger. Optimaal voor rantsoen en conservering zijn kuilen die binnen 48 uur gekuild zijn en die een drogestofpercentage hebben van ongeveer 40 procent.

Tip 5: Zorg voor de juiste verhouding van zuren met Bonsilage Plus

Zuurvorming in de kuil is belangrijk voor het behoud van de voederwaarde. Een goed geslaagde graskuil bevat zowel melkzuur als azijnzuur. Melkzuur zorgt na het afsluiten van de kuil voor een snelle pH-daling en een stabiele geconserveerde kuil. Ook is melkzuur in de graskuil smakelijk en zorgt niet alleen voor suikers maar ook voor een hoge drogestofopname van het rantsoen. Azijnzuur in de kuil is juist belangrijk bij uitkuilen. Bij voldoende melkzuur én azijnzuur in de kuil en de juiste verhouding tussen beide zal een kuil niet gaan broeien bij uitkuilen. In ons onderzoek hebben we twintig kuilen met een laag azijnzuurniveau vergeleken met tien kuilen die veel melkzuur en azijnzuur bevatten. De goed geconserveerde kuilen met een hoog azijnzuurgehalte lieten slechts een temperatuurverhoging van 1,4°C zien, terwijl de kuilen met een laag azijnzuurniveau een temperatuurstijging van gemiddeld 7,8°C hadden. Bonsilage Plus is een inkuilmiddel waarmee u zowel de vorming van melkzuur als azijnzuur stimuleert. Door vorming van beide zuren is Bonsilage Plus effectief voor een snelle conservering en tevens voor broeiremming.


Figuur 1: Voordelen Bonsilage Plus 2013, de getallen zijn niet meer actueel