Zo stuur je op eigewicht - Factoren die invloed hebben op eigewicht

Raskeuze

Sommige rassen zijn genetisch geselecteerd op lage eigewichten. Andere rassen maken juist zware eigewichten. Overigens is het niet altijd zo dat rassen met lage eigewichten een lagere eimassa maken, omdat het aantal stuks eieren soms hoger is. Het is verstandig om de raskeuze dus op het productiedoel af te stemmen.

Leeftijd, legrijpheid en hengewicht

Het eigewicht hangt sterk samen met de leeftijd van de legrijpheid en het hengewicht. Een laag hengewicht en vroegrijpheid (zomerkoppels/lichtschema) resulteren in kleine eieren. Beide factoren zijn goed te sturen, maar alleen in een vroeg stadium. Het hengewicht bij de leg van het eerste ei hangt uiteindelijk nauw samen met het eigewicht. Hoe zwaarder de hen op dat moment is, des te hoger het gemiddelde eigewicht gedurende de hele ronde. Dit geeft gelijk aan dat het belangrijk is dat een opfokkoppel uniform is, zodat ook de eigewichten uniform zijn. Als de uniformiteit van een opstartend koppel bijvoorbeeld slecht is wordt vaak langzaam licht bijgegeven. Dit heeft echter wel tot gevolg dat de zware hennen dan hele zware eieren leggen.

Voermanagement

Naast genetica, leeftijd en legrijpheid is het eigewicht in enige mate te beïnvloeden met het voer. Op dit gebied worden eigewichten met name bepaald door de voeropname, voerbenutting en de gehaltes in het voer. Het uiteindelijk effect is afhankelijk van veel factoren, zoals staltemperatuur, darm- en diergezondheid en zaken als voerstructuur en de verhouding van eiwit/energie.

Aminozuren

De belangrijkste aminozuren die een rol spelen bij het eigewicht zijn methionine en lysine. Omdat de hen deze zelf niet kan maken, moeten deze essentiële aminozuren in de juiste verhoudingen in het voer worden aangeboden middels eiwitrijke grondstoffen en vrije aminozuren. In de voeders wordt gebruik gemaakt van meerdere eiwitrijke grondstoffen waaronder raap-, zonne- en sojaproducten. Sojaschroot bevat veel lysine. Om een hoog aandeel verteerbaar eiwit te realiseren, wordt in onze pluimveevoeders enkel HiPro (hoog eiwit) soja verwerkt. Zonnebloemzaadschroten hebben juist een hoog methioninegehalte. Om tekorten te voorkomen worden de vrije aminozuren aangeboden in synthetische vorm.

Meervoudig onverzadigde vetzuren

Naast methionine en lysine, levert linolzuur een positieve bijdrage aan het stimuleren van eigewichten. Linolzuur is een onverzadigd vetzuur met een goede vetvertering en is aanwezig in verschillende vetrijke grondstoffen zoals zonnepitten sojaolie. Zo bevat sojaolie ongeveer 50 procent linolzuur.

Voerassortiment

Het voerassortiment van De Heus is zo samengesteld dat je maximaal kunt sturen op eigewicht. Dat begint al in de opfok. Wij adviseren daar de prestart minikorrel. Dit resulteert in zwaardere opfokhennen die daardoor sneller hogere eigewichten produceren. Dit is met name gunstig als je een meerprijs krijgt voor eieren vanaf 53 gram.

Tijdig sturen is belangrijk

Als eieren eenmaal te zwaar zijn, dan is het lastig om de eigewichten te reduceren. In de legperiode ligt de basis voor zwaardere eieren in de opstartfase tot 30 weken, waarbij extra geïnvesteerd wordt in de samenstellingen om de eigewichten te stimuleren. Na de opstartfase wordt overgeschakeld op respectievelijk fase 1- en fase 2-voeders. Binnen deze fasevoeders heeft De Heus verschillende voerlijnen in haar assortiment, namelijk S-lijn, M-lijn, L-lijn, XLlijn. De naamgeving van deze voerlijnen geeft aan in hoeverre het eigewicht gestimuleerd wordt of juist niet.

Meer weten?

Wil je meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met een van onze legpluimveespecialisten.