Winterrantsoenen 2017

01 november 2017
-
2 minuten

Het voorjaar kwam dit jaar maar langzaam op gang. De Paasdagen waren zelfs kouder dan de Kerstdagen en in april hadden we nog flink last van nachtvorst. Met name in de fruitteelt heeft deze late vorst zijn schade nagelaten. In mei sloeg het weer echter om en de groeiachterstand van april werd snel ingehaald.

Hoge voederwaarde

De vroege eerste snedes hebben een hoge voederwaarde, zowel in eiwit als energie. In de kuilen die voor 15 mei gemaaid zijn, zit gemiddeld 958 VEM. Waarden boven de 1000 VEM zijn hierin geen uitzondering. Doordat het in mei en juni relatief droog was, is er weinig stikstof weggespoeld. Dit resulteert in een goede stikstofbenutting en hogere ruw eiwitgehaltes (RE). Zoals in tabel 1 te zien is, bevatten de kuilen die voor 15 mei gemaaid zijn, gemiddeld 16,4% RE, varië­ rend van minimaal 9% tot maximaal 23% RE. Vorig jaar was dit gemiddeld 15,6% RE.

Hoewel de ruw eiwitgehaltes hoger zijn, zijn de fosforgehaltes iets lager dan vorig jaar (3,8 vs. 3,9 g/kg). Samen met de hoge VEM levert dit een gunstige P/ VEM-verhouding op. Opvallend aan de eiwitgehaltes is dat met name het snel afbreekbaar deel van het penseiwit heel hoog is. De uitdaging is dus om dit eiwit, wat snel beschikbaar komt, ook te benutten. De hoge suikergehaltes helpen hierbij. De vroeg gemaaide snedes laten minder extreme suikergehaltes zien dan vorig jaar (gemiddeld 113 g suiker in 2017 vs. 131 g suiker in 2016), maar de suikergehaltes blijven langer op peil. In juni zit er gemiddeld nog 95 gram suiker in de kuilen. Dat is ongeveer 30 gram meer dan vorig jaar. De hoge suikergehaltes maken het gras extra smakelijk. Naast suikergehaltes blijven ook ruw eiwitgehaltes en VEM goed op peil gedurende het seizoen.

Tabel 1: Gemiddelde voederwaarde van graskuilen uit 2017 die gemaaid zijn in Nederland

Benutting een uitdaging

Ruwvoerkwaliteit is de basis voor een goede gezondheid en een hoge melkproductie. Omdat bij de huidige melkprijs meer liters nagenoeg altijd een hoger saldo opleveren, is het doel van u en menig veehouder om de melkproductie naar een hoger plan te tillen. De kwalitatief hoogwaardige voorjaarskuilen van dit jaar kunnen hieraan bijdragen. Daarvoor is het van belang dat ze op een juiste manier in het rantsoen ingepast worden. De voorjaarskuilen zijn namelijk erg snel verteerbaar. De verteringscoëfficient (VCOS) vertoont een vergelijkbaar patroon met de VEM. Met name de vroeg gemaaide snedes (voor 15 mei) hebben een extreem hoge verteringscoëfficient van gemiddeld 80,4% (met uitschieters naar ruim 85%). Het is dan ook niet gek dat we in deze kuilen extreem lage ruwe celstof en ADL-gehaltes aantreffen van respectievelijk 224 gram en 16 gram (tabel 1). Vanaf juni wordt de spreiding groter, maar blijven we snel verteerbare kuilen tegenkomen.

Speciaal om bij snel verteerbare grasrantsoenen de rust in de pens te bewaren, hebben wij de PensControl ontwikkeld

Doordat deze vaak droger ingekuild zijn, valt de verteringssnelheid wellicht mee vergeleken met de vroege kuilen. Deze zijn daardoor echter wel weer gevoeliger voor broei. Deze snelle kuilen passen mooi in maisrantsoenen, maar hebben in grasrantsoenen zeker aanvulling nodig om de passagesnelheid te vertragen. Pensverzuring is een fenomeen dat bekend staat als iets wat veroorzaakt wordt door een te lage ruw voeropname. In dit geval kan juist de opname van veel van dit snel verteerbare gras tot pensverzuring leiden. Dit wordt voorkomen door de passagesnelheid van het basisrantsoen af te remmen en rustig verteerbare krachtvoeders in te zetten. Het toepassen van een lasagnekuil of het combineren van verschillende snedes in het rantsoen heeft hierbij de voorkeur.

Tabel 2: Verteringscoëfficient van de organische stof (VCOS) in voorjaarskuilen gemaaid vanaf 1 april 2017

Hoge opbrengsten

Van de enorme regionale verschillen die vorig jaar door de plaatselijke hevige regenval veroorzaakt werden, zien we dit jaar niets terug. Op zandgronden heeft grasgroei relatief wat meer last gehad van de droogte, maar verder zien we dit jaar geen opvallende verschillen binnen Nederland. Al met al is het een groeizaam seizoen geweest, met warme temperaturen en op tijd regen. Daardoor is er naast kwalitatief hoogwaardig gras, ook veel gras gewonnen. Hoewel hier en daar builenbrand de kop op stak, is de nieuwe maisoogst ook goed geweest. Er zijn record opbrengsten gehaald. Door de herfststorm op 13 september zijn jammer genoeg hier en daar percelen plat gewaaid. Daardoor moest in sommige gevallen het oogstmoment vervroegd worden. Om schimmels zo weinig mogelijk kans te geven, is het verstandig als u het inkuilmiddel Bonsilage Mais heeft gebruikt. Als mais ingezet wordt om snelle graskuilen in het rantsoen te vertragen, heeft u er goed aangedaan om grover te hakselen en niet te nat in te kuilen (>35% DS).

Zeker nu Nederland ruim 160.000 GVE minder telt dan vorig jaar, is er over het algemeen ruwvoer genoeg. De enige manier om dit ruwvoer zo goed mogelijk om te zetten in melk is door de penswerking van de koe te optimaliseren. Onze specialisten helpen u hier graag bij. Speciaal, om bij snel verteerbare grasrantsoenen de rust in de pens te bewaren, hebben wij de PensControl ontwikkeld. Dit mengsel bestaat uit rustig afbreekbare componenten die tevens als buffer dienen. Door het basisrantsoen uit te balanceren en rustige krachtvoeders in te zetten, waarvan veel kilo’s per koe gevoerd kunnen worden, is het niet zozeer een uitdaging om de melkproductie verder te verhogen, maar vooral een kans.

Onze rundveespecialisten en handelaren helpen u graag bij het optimaal samenstellen van uw rantsoen.