Voortzetten van dierweging is een sleutel factor voor hogere voerwinst

John van Helden

Klimaatspecialist pluimvee

18 oktober 2022
-
2 minuten

De belangrijkste ontwikkelingen in het lichaam van een hen vinden plaats tijdens de eerste 30 weken. In onze ogen duurt de werkelijke opfokperiode dan ook geen 17, maar 30 weken. Die 30 weken opfok is nodig om tot een maximaal ontwikkelde leghen te komen die optimaal kan presteren en wordt ook wel een investeringsfase genoemd. Opfokkers weten dat als geen ander en vergelijken daarom wekelijks het diergewicht met de norm. Veel legpluimveehouders zijn dit minder gewend, terwijl bij hen de opfokperiode nog 13 weken duurt. Een gemiste kans, want zo halen ze er niet alles uit wat erin zit. Vaak komt dat doordat ze geen (goed ingestelde) dierweging hebben, maar ook omdat ze niet goed weten wat een goede norm is.

Hoe meet je het gewicht?

Om het gewicht van de dieren te meten bestaan er twee mogelijkheden:

1. Handmatig wegen

Dieren worden gewogen met een draagbare analoge of digitale weegschaal. De dieren worden één voor één gewogen. Affankelijk van het type schaal wordt het gewicht, uniformiteit, datum, tijd en het aantal gewogen dieren nauwkeurig weergegeven.

Waar moet je rekening mee houden?

Frequentie en aantal:
• Elke week tot een leeftijd van 26 weken (50 hennen)
• Elke twee weken bij een leeftijd van 26 – 35 weken (50 hennen)
• Elke vier weken vanaf 35 weken (50 hennen)

Nadelen
  • Weeg de dieren altijd op hetzelfde tijdstip en dezelfde plaats in de stal.
  • Het is erg arbeidsintensief.
  • Het veroorzaakt stress bij de dieren.
  • Niet heel erg nauwkeurig door selectieve metingen (trage dieren laten zicht beter vangen) en beperkte aantallen.
  • Het is geen continu proces, zodat afwijkingen pas later geconstateerd worden.
2. Automatisch wegen

Een automatisch dierweegsysteem bestaat uit één of meerdere weegschalen (afhankelijk van de grootte van de stal) die zijn aangesloten op een dierweegcomputer of klimaatcomputer die de functionaliteit bezit voor dierweging. Elke gewichtstoename of -afname wordt automatisch geregistreerd en opgeslagen. Het meten gebeurt op basis van een verschilmeting. Hierdoor heeft vervuiling (bijvoorbeeld mest) van de weegschaal geen invloed op de meting. De automatische weegschaalweegt 24 uur per dag, zeven dagen per week. Ook hebben deze systemen de mogelijkheid om een bepaalde periode van de dag het meten te activeren. Bijvoorbeeld na de legperiode, zodat een nauwkeuriger diergewicht wordt gemeten. Ondanks de hogere aanschafkosten (€1.500 - € 2.000 per stal) kan het veel geld besparen op arbeidskosten en mogelijke afwijkingen.

Waar moet je rekening mee houden?
  • Het is belangrijk dat de weegschaal stabiel is gemonteerd en beperkt kan
    schommelen. Hoe stabieler de schaal,hoe nauwkeuriger de meting.
  • Vaak worden de schalen met kettingen aan het plafond gemonteerd. Deze ketting kan de meting beïnvloeden. Beter is het om de schaal op te hangen met
    een massieve stang.
  • Controleer de weegschaal regelmatig met een ijkgewicht en ijk deze opnieuw bij afwijkingen.
  • Plaats de weegschalen in het gangpad.
  • Daar zal het aantal metingen het hoogste zijn.
  • Plaats twee schalen in grote stallen voor een inzicht in de gewichtsverschillen tussen de schalen onderling (bijvoorbeeld voor en achter in de stal)
Voordelen
  • Betrouwbaar hengewicht dat in combinatie met de water- en voeropname kan worden gebruikt voor het bepalen van de lichtperiode.
  • Veel wegingen per dag waardoor een nauwkeurig gemiddeld gewicht wordt bepaald.
  • Continu inzage van het verloop van het diergewicht middels grafieken of tabellen.
  • Continu inzage in onder- en boveneind van het koppel (gewichtsklassen en uniformiteit).
  • Aantal wegingen is ook een indicatie van de activiteit van de dieren.
  • Data van voer-, wateropname en eigewichten kunnen samen met diergewichten zorgen voor een juiste analyse bij afwijkingen. Er kan vroegtijdig worden ingegrepen, zodat de afwijkingen en hiermee de financiële consequenties worden beperkt

Invoeren van een normentabel

Een automatische dierweging vergt een aantal handelingen in de dierweegcomputer, zodat het systeem nauwkeurig meet en een juist gemiddeld gewicht, groei en uniformiteit kan bepalen. De meeste computers werken met een normtabel. Afhankelijk van het ras dient deze te worden ingegeven en geactiveerd. Ook dient er een ondergrens en bovengrens te worden ingesteld waarbinnen de computer dewegingen accepteert. In de praktijk staan deze meestal op ongeveer +30% en -30%. Ook zal de leeftijd van de dieren ingegeven moeten worden. Voor een nog nauwkeuriger gewicht hebben sommige leveranciers de mogelijkheid om het normgewicht te corrigeren op basis van actuele metingen met enkele dagen historie. Belangrijk is ook dat de weegschalen bij aanvang worden geijkt.

Meer weten over dierweging?

Neem dan contact op met een van onze legpluimvee specialisten.

Legpluimvee team

image97f4f.png

Over de auteur

John van Helden

Klimaatspecialist pluimvee

Wil je meer weten over de voordelen van dierweging?