Snijmais vaak droog geoogst

19 november 2020
-
2 minuten

Het jaar 2020 kenmerkt zich wederom door warm en droog weer. Bij voldoende vocht vanuit de bodem, is dit een klimaat waar mais zich prettig voelt als tropisch gewas. Vocht was echter beperkend in grote delen van het land. Omdat de vochtvoorziening wisselde van goed naar slecht, zien we deze omstandigheden ook terug in de wisselende maisoogsten en maiskwaliteiten.

Wat niet wisselt, zijn de drogestof gehalten van de restplant en de kolf. Zowel de plant als de kolf zijn dit jaar droog. Normaliter neemt het drogestof percentage toe met het afrijpen van de maiskorrel. Hoe rijper de korrel en hoe groter het kolfaandeel, hoe hoger het drogestof gehalte. Dit jaar zien we echter ook hoge drogestof gehalten bij matige zetmeel gehalten. Een oorzaak hiervan is het afsterven van de restplant.

Slechte conservering

De maiskuilen van 2020 bevatten gemiddeld 347 g zetmeel per kg ds. Dat is 15 g/kg ds minder dan vorig jaar. Het drogestof gehalte is gemiddeld 37,9%, terwijl de optimale maiskuil gewonnen wordt bij een drogestofgehalte van 35-36%. De afgelopen jaren zien we het aandeel maiskuilen dat te droog wordt ingekuild, toenemen. Het is een uitdaging om deze kuilen goed te laten conserveren. De zuurproductie in de kuil daalt met het droger worden van de kuil, maar deze zure omgeving is juist essentieel voor het goed inweken van de snijmais. Het zuur maakt zowel de pitjes als de restplant beter toegankelijk voor de pensbacteriën. Naast de verminderde verteerbaarheid, vergroot de slechte conservering ook het risico op broei.

Flinke uitdaging

Een droge kuil weekt minder goed in, verteert slechter en zorgt ervoor dat de VEM’s op papier niet gerealiseerd worden in de praktijk. Daar komt bij dat het onverteerde zetmeel gaat fermenteren in de dikke darm, waardoor dikke darm verzuring ontstaat. Naast dat deze energie niet wordt opgenomen door de koe, schaadt dit ook de gezondheid van de koe. Omdat de koe het zetmeel dan niet opneemt, mist ze energie. Dat moet via andere bronnen gecompenseerd worden. Met de huidige snelle voorjaarskuilen is dat soms een flinke uitdaging. Enerzijds wil je het hoog verteerbare voorjaarsgras langer in de koe houden. Anderzijds wil je ook snelle energie voeren.

Omzetten in melk

Zoals hierboven beschreven, gedraagt en verteert de nieuwe mais zich wezenlijk anders in de koe dan de oude mais van 2019. Dit betekent dat minder nutriënten opgenomen kunnen worden in de koe. Wat de koe niet opneemt, kan die ook niet omzetten in melk. Reken samen met je Rundveespecialist door hoe groot dit effect is op jouw bedrijf en hoe je hier je rantsoen op kunt aanpassen.