Slechte zomer geeft taaie kuilen

01 november 2011
-
2 minuten

De lage voederwaarde van de nazomerkuilen vergt de nodige creativiteit bij de inpassing in het rantsoen. Het doel is om ook met deze kuilen te zorgen voor een hoge productie, gezonde koeien en een prima saldo.

Door de regenachtige zomer was het niet eenvoudig goede (na)zomerkuilen te winnen. De kwaliteit valt hierdoor nogal tegen. Een voordeel is wel dat ze goed combineren met de kwalitatief wel zeer goede voorjaarskuilen. Als die er nog zijn.. Het was vanaf april prachtig weer. Zo mooi en droog, dat de grasgroei stagneerde. De voorraad prachtig zomerweer was dit jaar blijkbaar half juni al op. Het begon toen te regenen, waar iedereen blij mee was in verband met de grasgroei. Het wisselvallige weer hield echter aan tot eind september. Pas in de tweede helft van september verbeterde het weer. Dit kwam de afrijping van de snijmaïs ten goede. De graskuilen van juni tot en met september zijn van mindere kwaliteit, omdat ze vaak niet op het gewenste moment gemaaid en ingekuild zijn.

Een laag eiwitgehalte, een redelijk suikergehalte, een lage verteerbaarheid: de zomerkuilen scoren maar matig

Suiker oké, eiwit niet

De zomerkuilen bevatten gemiddeld 80 g suiker per kilogram droge stof (ds). Gezien het weer is dit nog niet eens zo’n slecht niveau. Het ruw eiwit-gehalte van deze kuilen ligt gemiddeld op 150 g per kilogram ds (zie tabel 1). Daarmee is het suikergehalte hoger, maar het eiwitgehalte lager dan in 2010. Wellicht is door uitgesteld maaien het eiwit verdund, door de zwaardere snedes. Door het mestbeleid is de stikstofbemesting in de tweede helft van de zomer zeer beperkt. Dit heeft uiteraard ook consequenties voor de eiwitgehalten. De zomerkuilen hebben een hoge structuurwaarde. Dit past prima naast de snelle april- en meikuilen. Is de zomerkuil het enige ruwvoer, dan is de vertering een taai gebeuren. Hierdoor valt de voeropname en -efficiëntie vaak tegen.


Tabel 1 Gehalten en voederwaarde van zomerkuilen van 2009-2011

Voederwaarde gewoon, verteerbaarheid matig

De voederwaarde van de zomerkuilen is laag, gemiddeld 850 VEM. De drogere kuilen scoren slechter dan de nattere. Het glucoseleverend vermogen (GLV) is met 74 g wel hoger dan vorig jaar (69 g). De SDVE is net als in 2010 circa 70 g per kilogram droge stof. De SOEB is door het hogere suikergehalte lager dan in 2010. De VEM is gemiddeld 850 (ruim een derde van de zomerkuilen bevat minder dan 835 VEM). Dit wordt veroorzaakt door de slechte verteerbaarheid van de celwanden en de totale organische stof. Hierdoor valt de opname ook vaak tegen.

Kwaliteit snijmaïs wisselt

De vroeg gezaaide snijmaïs had een prima start, maar kende een relatief droog groeiseizoen. Later gezaaide maïs startte direct al slecht. De regen in juni kwam te laat; de variatie in ontwikkeling was al te groot. De groei stagneerde vervolgens op veel plekken ook nog doordat regionaal enorme hoeveelheden neerslag vielen. Doordat de kolfvulling lang niet optimaal was, allerlei schimmels de kop opstaken en de afrijping verlaat was, wisselen de opbrengst aan droge stof en de voederwaarde dit jaar sterk.

Combineer de taaie zomerkuil met de snel verteerbare voorjaarskuilen. Dit compenseert het gebrek aan structuur. Controleer wel of er voldoende pensprik is.

Rantsoenaanvullingen

De zomerkuilen hebben voor hoogproductief melkvee te weinig voederwaarde. Zowel het GLV als de VEM en SDVE zijn te slecht om van te melken. Het ruw eiwit-gehalte is ook vrij laag. De inpassing in het rantsoen vraagt dus de nodige aandacht. Combinaties met pittige voorjaarskuilen zijn een goede optie. Aanvulling met een RUCOM van soja- of raapschroot is vaak gewenst. Nazomerkuil bevat lage suikergehalten en is matig verteerbaar. Aanvulling met citruspulp, bietenpulp of tarwe zorgt dan voor voldoende pensenergie. Synchro Oranje, Synchro Winter en Protex Gras passen, afhankelijk van de overige rantsoencomponenten, prima bij de latere mei- en junikuilen. Synchro Winter is ook bij uitstek geschikt voor de tragere zomerkuilen. Vallen de zetmeelgehalten of de opbrengst van de snijmaïskuil te laag uit, dan kunt u dit compenseren met krachtvoeders met een hoog GLV, zoals Protex Gras, Maïs Solide cP, Protex Patent cP en Relax. U kunt het basisrantsoen aanpassen met RUCOM’s met maïs, (geplette) tarwe en eventueel (bij)producten. Vraag uw adviseur of handelaar om te horen welke aanvulling voor uw rantsoen het beste resultaat geeft.


Tabel 2 Voederwaardes rundveebrokken