Rantsoenefficiëntie melkveestapel

14 augustus 2016
-
3 minuten

Omdat rantsoenen rendement moeten opleveren, is rantsoenefficiëntie op een melkveebedrijf belangrijk. Rantsoenefficiëntie wordt uitgedrukt in kilogrammen meetmelk die een veestapel produceert op basis van de opgenomen kilogrammen droge stof.

Economisch gezien is het voor een melkveebedrijf essentieel dat de productie per kilogram droge stof zo hoog mogelijk is. Het verhoogt namelijk bij gelijkblijvende kosten de kasstroom op een bedrijf. Bedrijfseconomische berekeningen waarbij een nieuwe bedrijfsstrategie wordt doorgerekend maken het snel duidelijk: een bedrijf kan eenvoudiger aan verplichtingen voldoen als het naast een eventuele groei in aantallen koeien, ook een hogere productie realiseert.

Ruwvoer beter benutten

De opbrengst per hectare, een goede kwaliteit en smakelijkheid van het ruwvoer zijn enkele belangrijke pijlers voor een hoge voerefficiëntie. De (meer)waarde van goed ruwvoer bepaalt voor een groot deel de rantsoenefficiëntie op een melkveebedrijf. Meer dan 50 procent van het totale rantsoen bestaat immers uit ruwvoer. Het aandeel ruwvoer in het voermengwagenrantsoen is nog hoger en is daardoor erg bepalend voor de totale drogestofopname. De totale waarde van ruwvoer op een bedrijf met honderd melkkoeien bedraagt meer dan € 100.000 (tabel 1).


Tabel 1 Waarde van ruwvoer op een melkveebedrijf met 100 melkkoeien en 60 stuks jongvee

Het verbeteren van de voerefficiëntie start met het beperken van inkuil- en uitkuilverliezen, zoals deze gemiddeld zijn:
» veldverliezen: 0 - 15%
» perssapverliezen: 0 -  8%
» fermentatieverliezen: 4 - 10%
» broei en schimmels: 0 - 40%

Door deze verliezen zo veel mogelijk te beperken, blijft een hogere voederwaarde per kilogram droge stof over om een koe in onderhoud te voorzien en om melk te laten produceren.
De Heus maakt binnen het rantsoenberekeningsprogramma Voerexpert voor elk berekende rantsoen de voerefficiëntie inzichtelijk. Daarnaast berekent het programma de daadwerkelijke voerefficiëntie. Dit gebeurt op basis van actuele gegevens van het geladen rantsoen minus voerrest, de geproduceerde kilogrammen melk en de gehalten (figuur 1).

De rantsoenefficiëntie van een veestapel zal tussen 1,35 en 1,55 moeten liggen. Dit betekent dat 1,35 tot 1,55 kg melk geproduceerd kan worden uit 1 kg droge stof van het rantsoen.

Factoren die van invloed zijn op de berekening van de rantsoenefficiëntie:
» uitgangspunten berekening: berekend versus praktijksituatie
»droge stof van de kuilen (homogene kuil)
» voer naar overige dieren
» voerresten (inschatting via terugweging)
» afgeleverde melk aan fabriek versus totaal geproduceerde melk

Beperken van de in- en uitkuilverliezen is de eerste winst

Het resultaat van de rantsoenefficiëntie verschilt per bedrijf en is afhankelijk van de omstandigheden. De volgende punten beïnvloeden het resultaat:
» het percentage inkuil- en voederwaardeverliezen
» het melkproductieniveau van de veestapel
» de ruwvoerkwaliteit: voederwaarde, voeropname en smakelijkheid
» het lactatiestadium van de veestapel
» de energie- en eiwitdekking
» de gemiddelde leeftijd van de dieren in lactatie

Een gemiddeld melkveebedrijf met honderd melkkoeien bespaart bij een verbetering van de voerefficiëntie van 1,25 naar 1,35 zo’n 180 tot 200 ton ruwvoer. Bij een gemiddelde marktprijs van € 40 per ton komt dat neer op € 7.000 per jaar. Rantsoenefficiëntie berekenen en monitoren met De Heus via uw specialist of handelaar loont.


Grafiek 1 Met het verbeteren van de voerefficiëntie verhoogt u de opbrengsten, terwijl de kosten gelijk blijven

Hoe is de Voerefficientie op jouw bedrijf?

Ook weten hoe de Voerefficiëntie op jouw bedrijf is? Neem contact op met je specialist bij De Heus of vul bijgaand formulier in.