Meer aandacht voor voeding

01 november 2011
-
2 minuten

In Duitsland en Nederland introduceren slachterijen nieuwe uitbetalingssystemen voor slachtvarkens. Het is daarom nog belangrijker om de vleesvarkens met goede voeding binnen een bepaald gewichtstraject af te leveren.

Met ingang van oktober hanteren de Duitse slachterijen Tönnies, Westfleisch en VION Nord-Ost nieuwe rekenregels voor de uitbetaling van vleesvarkens. Vanaf januari 2012 volgen ook de Nederlandse slachterijen, maar dan met een ander systeem. De slachterijen hebben elk hun specifieke afzetkanalen voor karkasonderdelen, waardoor ze schouders, buiken, hammen en karbonades verschillend waarderen.

Het nieuwe uitbetalingssysteem straft varkens die buiten het geslacht-gewichts-traject 85-105 kg vallen, hard af. Daardoor wordt ook de uniformiteit belangrijker.

De nieuwe uitbetalingssystemen komen er op neer dat de hoogste prijs voor karkasonderdelen geldt voor een hoger gewicht dan nu en binnen een kleinere bandbreedte. Enkele voorbeelden:
Hammen » 17,0 tot 20,0 kg (was 15,0 tot 19,0)
Karbonade » 6,0 tot 8,0 kg (was > 6,21)
Buik » 53,0 tot 61,99% mager vlees (was > 50,0)


Tabel 1 Nieuw uitbetalingssysteem van Tönnies

Nederland

Nederlandse slachterijen werken vanaf januari 2012 met nieuwe meetapparatuur voor het bepalen van het mager vleespercentage. De Capteur Gras Maigre (CGM) vervangt de huidige HGP2-methode. Met de invoer van de nieuwe classificatieapparatuur verandert ook de EU-berekeningswijze van het percentage mager vlees. De hoeveelheid mager vlees zal met gemiddeld twee procent stijgen, afhankelijk van het type varken. De nieuwe CGM meet anders en nauwkeuriger doordat ze de overgang tussen spek en spier exacter kan bepalen. Daardoor zal de spekdikte gemiddeld 1,6 mm lager uitkomen en de spierdikte 2,5 mm hoger.


Grafiek 1 Effect van 1 mm meer spier: In Nederland is de invloed van spierdikte op het vleespercentage kleiner geworden; in Duitsland is dit nagenoeg gelijk gebleven

In Nederland wordt geen onderscheid gemaakt in de berekening van de gewichten van afzonderlijke karkasonderdelen. Daar heeft de Europese Commissie formules voor goedgekeurd die voor alle slachterijen gelden.

Gevolgen voor de voeding

Bij de nieuwe uitbetalingsystemen zijn gewichten, spier- en spekdiktes nog kritischer dan voorheen. Er ligt dus nog meer nadruk op de spier- en spekdikteontwikkeling van de vleesvarkens. Het is belangrijk nog beter te sturen op spier- en spekdiktes. De voeding speelt hierbij een hoofdrol.


Grafiek 2 Effect van 1 mm meer spek: Het effect van dikker spek blijft in het nieuwe systeem nagenoeg onveranderd; zo leidt 0,7 mm meer spek tot ongeveer één procent minder vlees

De Heus kan met behulp van haar rekenprogramma GPS-vleesvarkens de voerbehoefte juist inschatten. We kunnen de eiwit- en energiebehoefte van de dieren precies uitrekenen. Dit is een goed handvat om voor varkens met een bepaalde groeisnelheid en van een bepaald ras, sekse, gezondheidsstatus etc. de voersoort en voeropname te adviseren. Zeker de voeropname is van cruciaal belang voor het juiste voeradvies. Beren bijvoorbeeld nemen gemiddeld zo’n 100 – 150 gram/dag minder voer op dan gelten. Voeg daaraan toe dat ze later geslachtsrijp zijn dan gelten (en dus ook later zullen ‘vervetten’) en je ziet dat beren langer een hogere aminozuurbehoefte hebben. Ze vormen namelijk meer vlees waarvoor ze dit extra eiwit nodig hebben. GPS-vleesvarkens maakt dat heel mooi inzichtelijk. Het is raadzaam de voeding af te stemmen met de specialist. Hij beschikt over de kennis en rekenprogramma’s. Aan de hand van diverse parameters kan hij u het juiste voer adviseren.


Grafiek 3 Aanbod en behoefte van lysine bij beren