Massa van goede kwaliteit is kassa!

03 februari 2016
-
3 minuten

Gert Anker (1959) is Accountmanager Ruwvoerteelt en meststoffen bij De Heus en houdt zich in toenemende mate bezig met advisering van GrasPlus meststoffen om de relaties te helpen aan betere opbrengsten van hun grasland. Voor Gert blijft het een uitdaging om onze buitendienst én onze veehouders te adviseren en te helpen met het bereiken van een beter resultaat voor de bedrijfsvoering van onze klanten. Met ons advies en maatwerk rond ons GrasPlus assortiment kunnen we hieraan een mooie bijdrage leveren. Mede door zijn ervaring als specialist rundvee weet Gert als geen ander dat voldoende en goed ruwvoer duidelijk het verschil kan maken voor onze klanten.

Waarom de keuze voor GrasPlus Meststoffen?

De keuze voor het soort GrasPlus doe je op basis van jouw behoeften met betrekking tot de opbrengst van de eerste snede én op basis van grondonderzoek. Dat geldt overigens niet alleen voor de keuze van GrasPlus, maar voor de keuze van welk soort kunstmest in het algemeen. GrasPlus is er voor elke situatie en GrasPlus is onderling ook makkelijk te combineren. De rundvee specialist van De Heus kan hierover van informatie voorzien.

In de GrasPlus-soorten is stikstof een belangrijk element evenals zwavel. Zwavel geeft namelijk een positief effect op de opbrengst en op de eiwitkwaliteit. Een andere belangrijk aspect is smakelijkheid. Door korrelzout in de GrasPlus samenstelling op te nemen wordt de smakelijkheid én als gevolg daarvan de opname van het gras door weidend melkvee bevorderd. Dat is positief en past in ons streven de koeien zoveel mogelijk melk uit eigen ruwvoer te laten produceren.

Waar moet ik bij de levering van GrasPlus aan denken?

GrasPlus kan zowel in bulk als in bigbags van 600 kilo worden geleverd. Het spreekt voor zich om de GrasPlus in elke situatie droog te bewaren. Een klein beetje vocht kan al leiden tot klonteren en dat is niet handig bij het uitstrooien van de kunstmest. Bij lossen in bulk moet je opletten dat deze kunstmestsilo géén restanten bevat. Het komt namelijk nog wel eens voor dat onze chauffeur bij het lossen nog wat restanten van andere producten in de silo aantreft.

Het moment van strooien nadert. Wat komt hier allemaal bij kijken?

Een optimale ruwvoerteelt is belangrijk voor de veehouder. Het loont zich dan ook om hier voldoende aandacht aan te besteden. Door het strooien van kunstmest is het mogelijk invloed uit te oefenen op de uiteindelijke opbrengst van het grasland. Een goede kwaliteit en voldoende ruw eiwit zijn hierbij twee belangrijke criteria. Deze zijn te beïnvloeden via het management van de ruwvoerteelt.

Dit management begint met in het in orde maken van het land door het te slepen en/of te rollen of te wiedeggen. Begin maart kan de drijfmest worden uitgereden, let er hierbij wel op dat de grond voldoende draagkracht heeft Het uitrijden van drijfmest kan het beste via sleepslangen zodat je niet over het land hoeft te rijden en je minder kans op bodemverdichting krijgt. Verdichting van de bodem uit zich in de kwaliteit van het grasland en is tot in de zomer visueel waar te nemen. De hoeveelheid uit te rijden drijfmest is afhankelijk van de verwachte opbrengst van het perceel en van het doel maaien of weiden. De adviesgift varieert in de praktijk tussen de 15 en 35 ton per hectare. Soms zijn er omstandigheden waardoor u mest in de uitrijdperiode toch niet mag gebruiken. Deze omstandigheden vindt u terug op de site van de RVO. Mijn advies is om de drijfmest ongeveer 14 dagen te laten liggen voordat u een volgende bewerking aan het grasland gaat doen.

Het land is bewerkt. Tijd voor de kunstmest?

Het beste moment om de kunstmest te strooien is vier tot zes weken vóór de verwachte maaidatum. Voor een optimaal resultaat adviseer ik om te strooien bij droog weer en met weinig wind. Een regenbuitje na het strooien is geen probleem, integendeel. Te veel regenval geeft daarentegen risico op uitspoeling en dus op verlies van opbrengst. Controleer vóór het strooien de afstelling van de strooier. Gebruik hiervoor de strooitabel en pas ook de snelheid van het uitrijden hierop aan. Voor een optimale verdeling van de kunstmest op het grasland en voor een mooi strooibeeld kan het helpen om markeringen in het land aan te brengen. Zo weet u precies hoe u moet rijden voor een optimaal resultaat.

Wat vind je het belangrijkste bij het strooien van kunstmest?

Belangrijk is om je zelf antwoord te geven op de vraag wat de doelstelling is van het strooien van kunstmest. Doelstelling van het strooien van kunstmest is voldoende opbrengst van ruwvoer van goede kwaliteit, met name ruwe eiwit. Het streven zou 160 gram per kilo drogestof of meer moeten zijn. Ook het tijdstip van maaien speelt hierbij een rol. Streef naar het moment van maaien als er 3500 kilo drogestof op het land staat. Met name voor de eerste snede is dit van groot belang. Tekorten of overschotten hebben invloed op groei voor de volgende snedes.

Als je tussen een eerste en tweede snede wilt strooien dan kan dit direct na het oogsten van de eerste snede. Ook hier is het weer van belang dat je jezelf de vraag stelt wat je doel is met betrekking tot de opbrengst. Hierbij is het relevant of je het grasland gaat beweiden of dat je het gaat maaien voor een tweede snede. Houd hierbij wel rekening met de nawerking van de eerder verstrekte drijfmest. Het aantal kilogrammen kunstmest zal mogelijk wat omlaag kunnen.

Heb je nog een tip voor het inkuilen?

Je hebt je grasland goed verzorgd, het juiste oogsttijdstip is bepaald en je slaagt er in om snel en zorgvuldig te werken en het kuilgras te oogsten met een gewenst drogestofgehalte van 35 tot 45%. Om de kwaliteit te behouden is het belangrijk de nodige zorg aan het inkuilen te besteden. Let er op dat de kuil goed wordt aangereden zodat zoveel mogelijk lucht uit de kuil is. De toevoeging van een goed conserveermiddel bevordert eveneens een vlotte conservering. Bonsilage, ook verkrijgbaar bij De Heus, is hiervoor bij uitstek geschikt. Let hier ook op als u het door een loonwerker laat inkuilen.

Daarnaast is mijn motto: “Massa van goede kwaliteit is kassa”. De basis van de melkveehouderij is ruwvoer. Zowel voor de veehouder als ook voor ons als specialisten is de kwaliteit van het ruwvoer het allerbelangrijkste. Het bevordert de productie en beperkt de kosten. Ook in relatie tot de kringloopwijzer is het van belang om een goede kwaliteit van het land te halen, zeker als in de toekomst de mestgift afhankelijk wordt van de gerealiseerde opbrengsten van het land.

Heeft u een vraag aan Gert? Dat kan! Maak gebruik van het contactblok en stel hem uw vraag!