Juiste voeding voor goed beenwerk

28 december 2016
-
2 minuten

De laatste jaren wordt er steeds vaker melding gemaakt van stramme vleesvarkens enkele weken na het opleggen. Wat zijn de oorzaken en wat kunnen we er aan doen?

Stramheid bij vleesvarkens wordt meestal tussen de twee en zes weken na het opleggen opgemerkt. Je ziet dan dat de dieren niet graag opstaan. Als ze dat toch doen hebben ze pijn en trillen ze met hun achterpoten. Bij een aantal dieren leidt het tot duidelijke kreupelheid. Veelal zie je ook zwelling rond de hakken. De mogelijke oorzaken hiervan liggen op verschillende vlakken. De oplossingen dus ook.

Calcium, fosfor en vitamine D

Allereerst is het natuurlijk noodzakelijk dat biggen en vleesvarkens over goede voeding beschikken. In de voeding moet voldoende calcium en verteerbaar fosfor aanwezig zijn, maar ook voldoende vitamine D. Vitamine D helpt om in de darm het calcium uit het voer op te nemen. De hoeveelheid vitamine D voor varkensvoer is in de EU aan een wettelijk maximum gebonden. Indien onvoldoende calcium en/of fosfor wordt opgenomen ontstaan gemakkelijk verzwakte botten. Daarbij is de botopbouw relatief te laag en de botafbraak relatief te hoog. Bloedonderzoek kan hierover uitsluitsel geven

Vroegtijdige focus op en aanpak van beenwerk verbetert gezondheid

In voeders is de beschikbare hoeveelheid calcium en fosfor bekend (CVBnormen). Toch kunnen er situaties ontstaan waarbij er tekorten optreden. Zeer efficiënt groeiende dieren met een zeer gunstige lage voederconversie zullen bijvoorbeeld in de problemen kunnen komen. Bij een hoge groei die gepaard gaat met een lage voeropname wordt uit de beperkte hoeveelheid voer relatief weinig calcium en fosfor opgenomen, terwijl het lichaamsgewicht van het dier hoog is. Het eventueel daarbij doormaken van een darminfectie (bijvoorbeeld bij ‘chronische PIA’) helpt ook niet echt. Bij darminfecties is zowel de voeropname tijdelijk lager dan normaal alsook de resorptie van voedingsstoffen. In deze situatie kan een extra toevoeging van calcium en fosfor aan de voeders van belang zijn.

Osteochondrose

Osteochondrose is minder bekend als oorzaak van stramme varkens. Hierbij worden bloedvaten aangetast die de bloedvoorziening van bot precies onder het gewrichtskraakbeen verzorgen. Dit proces begint al vanaf de speenleeftijd. In het kraakbeen ontstaan daardoor zwakke plekken waarbij, met name bij dieren met hoge groei, het gewricht pijnlijk wordt en de dieren stram lopen. Indien dergelijke dieren veel bewegingsruimte hebben kan er, wanneer er veel onrust in de hokken is en ze vervolgens uitglijden, zelfs kreupelheid ontstaan. Osteochondrose is, als ook de lichtere vormen meegenomen worden, een wijdverbreide aandoening, in het bijzonder onder vleesvarkens. Als oorzaak worden onder andere erfelijke factoren en voeding (calcium, fosfor en vitamine D3) genoemd. In de biggenvoeders van De Heus wordt de meest potente vorm van vitamine D3 gebruikt waardoor binnen het wettelijk maximum de activiteit optimaal benut wordt.

Infectieuze gewrichtsaandoeningen

Van verschillende bacteriën is bekend dat ze ook in gewrichten aanwezig zijn en ontsteking kunnen veroorzaken. Een oude bekende is de vlekziektebacterie, maar ook de bacterie die de ziekte van Glässer veroorzaakt, alsmede bepaalde typen ‘gewrichtsmycoplasma’ (M. hyosynoviae) of Streptococcus suis kunnen gewrichtsontsteking met een dik gewricht veroorzaken. Dergelijke bacteriën gedijen vooral goed na stressvolle situaties. Wanneer je er zeker van wilt zijn wat de oorzaak is van de problemen op het bedrijf, dan moet de bacterie bij sectie geïsoleerd worden.