Inspelen op wisselende voederwaarde

01 juli 2010
-
2 minuten

Gehalten aan eiwit, suiker en structuur in gras schommelen behoorlijk in het groeiseizoen. Met het versgrasonderzoek kunt u hierop inspelen. Zo melkt u van hetzelfde gras meer melk.

In een weiland in het Zuid-Hollandse veenweidegebied staan een specialist van De Heus en een veehouder met elkaar te praten. ‘Het is dit jaar in mei vaak zonnig, maar erg koud geweest’, zegt Theo van der Weiden ‘Dat zie je aan het hoge suikergehalte van het gras.’ Van der Weiden is specialist bij De Heus en coördinator versgrasonderzoek. ‘Door het zonnige weer,’ vervolgt hij, ‘maakt het gras veel suiker aan. Door de koude nachten gebruikt het gras slechts een klein deel van de energie voor de eigen groei. Daarnaast blijft het eiwitgehalte in het gras achter doordat de in de bodem aanwezige stikstof onvoldoende wordt opgenomen. Dit wordt anders als de temperatuur stijgt.’

De vertering is beter als er een stengeltje in het gras zit

Veehouder Marinus de Vries staat erbij te knikken. Eigenlijk kent hij het verhaal als geen ander. Marinus heeft met zijn vrouw Arja een melkveebedrijf bij Stolwijk in het Zuid-Hollandse veenweidegebied. De Vries is deelnemer aan het versgrasonderzoek van De Heus. Al ongeveer tien jaar verzamelt hij hiervoor monsters. Marinus vindt het nog steeds interessant. ‘Ik heb onderhand zoveel ervaring dat ik aan de hand van het weer vrij goed kan voorspellen hoe de voederwaarde van het gras zich ontwikkelt.’ Behalve deelnemer aan het versgrasonderzoek doet hij ook mee met Koeien & Kansen, een netwerk van veehouders die een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van een ondernemende, economisch sterke en maatschappelijk gewaardeerde melkveehouderij.

Onderzoek

Elke week verzamelt Marinus de Vries grasmonsters met een zeis en een stel monsterzakjes. Hij stuurt de monsters op naar Blgg AgroXpertus in Oosterbeek. Ook noteert hij de temperatuur, neerslag, bemesting en de groeiperiode van het weideperceel. Hij doet dit op zijn veenweidebedrijf. Een aantal andere veehouders, op zandgrond en op de klei, doen hetzelfde. Blgg AgroXpertus onderzoekt al hun monsters en de uitslagen worden vervolgens door Theo Van der Weiden verwerkt. Hierdoor ontstaat landelijk een goed beeld hoe de voederwaarde van het gras zich ontwikkelt. Van der Weiden vermeldt de belangrijkste cijfers, maakt grafieken van het verloop en geeft adviezen.



Het doel van de publicatie is om veehouders en adviseurs te informeren over hoe de voederwaarde van gras zich ontwikkelt. De rundveespecialisten van De Heus gebruiken de cijfers voor de advisering van de klanten om zodoende het gras optimaal te benutten.

Begonnen

De reden waarom De Heus met het versgrasonderzoek begon, was dat lange tijd veehouders de voederwaarde van kuilvoer lieten onderzoeken, maar niet wisten hoe dit zat bij het weidegras gedurende het weideseizoen. Dit is een beetje vreemd, omdat gras in de zomer een belangrijk voedermiddel is. Toen De Heus het gras begon te onderzoeken bleken de gehalten flink te variëren. Zo kan het VEM-gehalte 960 zijn om twee weken later gedaald te zijn naar 870. Of het ruw eiwit vliegt in drie weken omhoog van 160 naar 240 g per kilogram ds. Deze grote schommelingen hebben grote invloed op de melkproductie en de conditie van de dieren.

Het doel van het versgrasonderzoek is een betere benutting

‘We bieden de onderzoeksresultaten aan zodat veehouders inzicht krijgen in voederwaardeverschillen en het effect daarvan op de productie’, zegt Van der Weiden. ‘Als je bepaalde zaken doorrekent kun je inspelen op te verwachten schommelingen in de melkproductie’. Het uiteindelijke doel is dat veehouders het verse gras beter benutten door in te spelen op de verschillen in voederwaarde. Als in juli de VEM bijvoorbeeld daalt, kunnen veehouders extra krachtvoer of maïs bijvoeren om te voorkomen dat de koeien zich ‘uitkleden’.