Goede zorg loont

01 april 2012
-
2 minuten

Menigeen denkt bij voerefficiëntie alleen aan maaien, inkuilen en voeren. Ruud Michorius niet. Bij voerefficiëntie denkt hij allereerst aan zijn koeien. ‘Zo veel mogelijk liters melken van een kilo voer. Dat lukt je niet alleen met een perfect rantsoen.’

Ruud Michorius is melkveehouder in het Overijsselse Haaksbergen. Hij is een vakman pur sang, maar verliest de essentie van zijn bedrijf geen seconde uit het oog. ‘Binnen een bedrijf gaat het om één ding: een inkomen verdienen. Daarvoor moeten de opbrengsten zo hoog mogelijk en de kosten zo laag mogelijk zijn. Al een jaar of drie ben ik daarom bezig met het kengetal voerefficiëntie. Dat is voor mij een manier om de financiële opbrengst te verbeteren.’ Een kengetal als voerefficiëntie is voor Ruud iets vertrouwds. Hij hield namelijk als beginnende veehouder naast melkkoeien ook varkens. ‘Bij de varkens is het heel normaal dat je werkt met kengetallen als groei en voerconversie.’ Het doel bij de voerefficiëntie is zo hoog mogelijk scoren. Dat wil zeggen zo veel mogelijk liter melk produceren per kilogram drogestof. Ruud zit momenteel op voerefficiëntie van 1,42 liter melk per kilogram droge stof.

Ruud Michorius schenkt veel aandacht aan de koeien


Veelomvattend

Het kengetal voerefficiëntie raakt bijna alle aspecten van het bedrijf. Als we door de stal lopen, vertelt Ruud direct over zaken die invloed hebben op de efficiëntie. Dat begint met de koeien. ‘De melkkoeien lopen hier in een serrestal', zegt hij. ‘Dit is een hoge, open en vooral lichte stal. Het is hier ook erg rustig. Dat merk ik zelf niet zo, maar andere mensen valt dit altijd op. Rust is goed voor de koeien.’ De melkkoeien hebben een leeftijd van gemiddeld 5 jaar en 7 maanden. Ruud probeert de leeftijd zo hoog mogelijk op te voeren, zonder overigens krakkemikkige koeien te hoeven melken. Het draait om een goede verzorging. Sinds kort zijn de koeien uitgerust met temperatuur- en bewegingsmelders in het oor. ‘Ze zijn voornamelijk bedoeld om tochtige koeien mee op sporen. Maar ze registreren meer. Ik kan zelfs zien welke koeien minder vreten en dat is bij pas afgekalfde koeien belangrijk’, zegt Ruud. ‘Snel kunnen ingrijpen is belangrijk en dat gaat opdie manier steeds beter.’

Welnesscentrum voor hoogdrachtige en pas afgekalfde koeien

Wellnesscentrum

Omdat het afkalven bepalend is voor het verdere verloop van de productie, krijgen de hoogdrachtige en pas afgekalfde koeien de beste zorg. Ruud richtte voor deze groep een heus wellnesscentrum in: een grote ruimte met stro. ‘Aan de ene kant van een draad verblijven de hoogdrachtige koeien, aan de andere kant de afgekalfde dieren die extra aandacht nodig hebben. Oudere koeien krijgen standaard een antimelkziekte-infuus. De klauwbekapper komt niet twee, maar acht keer per jaar om de drachtige dieren zo rond zes weken voor het kalven te behandelen. In de rest van de stal besteedt de melkveehouder ook veel aandacht aan het comfort van de koeien. Ze moeten zacht en gerieflijk liggen en daarom gebruikt hij paardenmest als vulling voor de boxen. Goedkoop en met goed resultaat. Niet één van de koeien heeft bijvoorbeeld een dikke hak.

Paardenmest vormt een ideaal ligbed

Dure biomaïs

Ruud Michorius kwam in 2006 op het spoor van het kengetal voerefficiëntie. Directe aanleiding hiervoor was de prijs van maïs die in dat jaar explosief steeg: van € 800 per hectare naar maar liefst € 1.500. ‘Wij wonen hier dicht bij de Duitse grens, waar veel boeren – gesubsidieerd door de overheid – investeerden in biogasinstallaties. Deze boeren gebruikten snijmaïs om te vergisten. Tientallen, soms zelfs honderden hectares. Omdat wij veel maïs moesten aankopen, joeg dat onze voerkosten omhoog.’ Anno 2012 is Ruud nog altijd kien op lage voerkosten. Hij probeert ze zo laag mogelijk te houden, bijvoorbeeld door de voederwinning aan te passen. ‘Om de structuur op peil te houden, wordt het gras tegenwoordig niet meer gehakseld, maar met de opraapwagen binnengehaald. Om dezelfde reden heb ik tegenwoordig liever een te droge dan een te natte kuil. Een droge kuil heeft meer prik. Een rantsoen mag wel wat kosten, als er maar melkproductie tegenover staat. Daarom voer ik bijproducten zoals perspulp, bierbostel, soja en tarwegistconcentraat. Het rantsoen breng ik met een voermengwagen voor de koeien. Het huidige rantsoen is goed voor een dagproductie van dertig kilogram melk. Dat betekent dat de koeien op dat niveau moeten produceren. De hoogproductieve koeien krijgen natuurlijk krachtvoer bijgevoerd in de krachtvoerbox.’

Nog efficiënter

Ruud streeft ernaar om de efficiëntie verder te verhogen. Hij heeft al de tussenkalftijd verkort door de koeien eerder op 55–60 dagen te insemineren. Vanzelfsprekend streeft hij naar een lange levensduur. Oudere koeien geven immers meer melk dan jonge. Ook probeert hij met fokken met de aAa-methode de koeien meer in balans te krijgen. Efficiënter voeren betekent kleine maatregelen nemen op veel verschillende gebieden. Ruud Michorius ziet daarvan de sport wel in en zeker het nut.