1 april; afscheid melkquotum

30 maart 2015
-
2 minuten

Per april 2015 wordt het belang van het saldo binnen het productiemiddel melkquotum oftewel een vaste afgeleverde hoeveelheid melk per bedrijf kleiner. Veelvuldiger zal gerekend worden aan de opbrengsten minus de kosten per dag ofwel de opbrengsten minus de kosten per koe of koeplaats per dag. Rantsoenefficiëntie is hierbij een belangrijk hulpmiddel.

Rekenen aan rantsoenefficiëntie

De voerefficiëntie geeft het aantal kilogrammen melk (gecorrigeerd voor gehalten) dat geproduceerd wordt uit een kilogram drogestof voer van het totaal rantsoen. De rantsoenefficiëntie op een melkveebedrijf kan variëren tussen 1,2 en 1,6. Bij gemiddelde kosten van het rantsoen van € 0,18 per kg drogestof en een melkprijs van euro; 0,35 is het dagsaldo van 70 melkkoeien met een rantsoenefficiëntie van 1,2 €504,- per dag en met een rantsoenefficiëntie van 1,5 €724,- per dag. Het verschil van €155,- per dag is op het bedrijf met 70 melkkoeien een bedrag van ruim €10.000,- per jaar.

Voerefficiëntie is een praktisch kengetal. De berekening dient dan ook als zodanig worden uitgevoerd, waarbij zorgvuldig gekeken dient te worden naar de praktijksituatie. Daarvoor is het noodzakelijk om het kengetal te controleren op de volgende punten:

  1. Drogestofgehalte kuiluitslag versus drogestof van gevoerde kuil. Door bijvoorbeeld aankuilen van verschillende snedes of veel regenwater bij laden kan de gemiddelde drogestof van kuiluitslag afwijken van de actueel gevoerde kuil en drogestof
  2. Wordt het gevoerde rantsoen goed gewogen. Controleer regelmatig de weeginrichting van de voermengwagen en pas op met afwijkingen bij laden (zeker bij zeer uitgebreide laadlijsten)
  3. Opname van het gevoerde rantsoen door de melkkoeien. Houdt rekening met voerresten en het voer dat aan andere dieren wordt verstrekt
  4. De benutting van het rantsoen moet optimaal zijn; Bij slechte penswerking (fermentatie) en benutting (onverteerde delen in de mest)komt de energie van het rantsoen niet beschikbaar voor onderhoud of melkproductie

Belang van optimale rantsoenefficëntie

Analyse van praktijkcijfers laat zien dat de gemiddelde rantsoenefficiëntie 1,39 is. De kopgroep realiseert een rantsoenefficiëntie van 1,21 en de kopgroep komt uit op 1,55. Het is van belang voor de continuïteit om te spreken over een optimale rantsoenefficiëntie. Een lage rantsoenefficiëntie heeft aanzienlijke financiële gevolgen, terwijl een te hoge rantsoenefficiëntie gevolgen kan hebben voor de melkproductie en gezondheid van de melkkoeien op langere termijn. In beide gevallen zou je kunnen spreken van roofbouw op de reserves.

Rantsoenefficiëntie in huidig economisch perspectief

Meer melken en daardoor meer opbrengst genereren loont, zolang de meer opbrengsten
(MO) groter zijn dan de meer kosten (MK). De factoren die hierin een belangrijke rol spelen zijn: melkprijs, ruwvoer beschikbaarheid en kosten, krachtvoerprijs en de rantsoenefficiëntie. Al deze factoren zijn te beïnvloeden!

De melkprijs is weliswaar een marktprijs, maar kan zeker toch te beïnvloeden zijn door te sturen op hogere gehalten. Ruwvoeropbrengst, kwaliteit en ruwvoerkosten per kilogram drogestof gaan hand in hand met elkaar. Op bedrijven waar een hoge opbrengst per hectare wordt gerealiseerd is de kwaliteit (VEM per kg drogestof) veelal ook beter. En daarbij bepaalt de opbrengst per hectare voor een groot deel ook de kosten per kilogram drogestof. Bij een lage opbrengst per hectare kan het ruwvoer meer dan euro; 0,20 per kg ds kosten, terwijl dit bij een hoge opbrengst op € 0,12 per kg ds ligt!

Rantsoenefficiëntie kan bepalend zijn voor de opbrengst op het bedrijf. De rantsoenefficiëntie van 1,20 of 1,50 bij een gemiddeld of hoog krachtvoer aandeel in het rantsoen, geeft een verschil in kostprijs van respectievelijk € 5,01 en € 3,64 melk. Meer krachtvoer verstrekken, kan bij een goede melkprijs economisch aantrekkelijk zijn onder de voorwaarde dat de rantsoenefficiëntie hoog is. Bij een kostprijs van €0,38 per kg van melk is het verschil in rantsoenkosten bij een hoge rantsoenefficiëntie vrij klein. Dit maakt dan respectievelijk voor een laag versus hoog aandeel krachtvoer respectievelijk;32 en 37 procent van de kostprijs uit. Bij hogere ruwvoerkosten (meer dan € 0,15 per kg drogestof) wordt dit verschil zelfs nog kleiner.

Het is uitermate belangrijk om de cijfers van je bedrijf te kennen om de juiste strategie onder veranderende omstandigheden te bepalen. Ruwvoerpositie, -aankoop, -opbrengst per hectare en prijs, melkprijs, krachtvoerprijs en de hoogte van rantsoenefficiëntie zullen bepalen welke verhoudingen het meest interessant zijn in het rantsoen. Een hogere input loont zolang de de meeropbrengsten maar groter zijn dan de meerkosten. De kans dat dit het geval is, is in ieder geval aanzienlijk groter dan bij een hoge rantsoenefficiëntie.

Melkqoutum afgeschaft