Tips voor oogsten en inkuilen

15 augustus 2016
-
3 minuten

Door veredeling zijn de kwaliteit en met name de verteerbaarheid van grassen fors verbeterd. Maar de kwaliteit van het ruwvoer is ook een belangrijke factor in de drogestofopname van ruwvoer. In dit artikel leest u tips voor een optimale ruwvoerwinning.

Op bedrijven waar de voorjaarsbemesting voldoende hoog is, is het aan te raden om niet alleen de massa van het gewas als leidend voor het maaitijdstip te nemen, maar ook het aantal groeidagen van het gras erbij te betrekken. Grafiek 1 laat zien dat de maximale groei van gras tussen dag 30 en 42 plaatsvindt. Vanaf vier weken (28 groeidagen) vindt per dag een toename van minimaal 170 kg droge stof per hectare plaats. Dit betekent dat na 28 dagen in een halve week maar liefst meer dan 550 kg droge stof per hectare groeit (méér dan 15 procent van de totale opbrengst van een maaisnede). Benut deze explosieve groei door te maaien na vier weken groei. Praktisch gezien verschijnt dan een enkele aar in het gras. Het beste is om twee tot drie dagen zon in het gras te hebben voor het maaien. Zonuren in combinatie met koele nachten zorgen voor opeenstapeling van suikers in het gras. Suikers verhogen de smakelijkheid en voeropname van het gras, bevorderen de conservering en zorgen dus voor behoud van voederwaarde.


Grafiek 1 Grasgroei per dag en totale drogestof per hectare (bij gesloten gewas en bij een maximale lichtonderschepping door het blad)

Kuil

Zand vermindert de voederwaarde. Elke tien gram boven de honderd gram as in de droge stof verlaagt de voederwaarde in de graskuil met bijna 1-2 procent. Vermijd daarom zand in de kuil door mollen te bestrijden, te maaien op een minimale stoppellengte van zes centimeter, de schudder en hark goed af te stellen en te zorgen voor een schone aanvoerroute bij de kuil. Ook is verdichting van de kuil belangrijk. Kuilen die veel droge stof per kubieke meter bevatten, conserveren gemakkelijker (minder zuurstof) en zijn bij uitkuilen ook minder broeigevoelig. Het gewenste drogestofpercentage ligt om die reden dan ook rond de 40 procent. Een goede verdichting is afhankelijk van de laagdikte die in één keer wordt opgebracht, de aanvoersnelheid (aantal hectares per uur), het gewicht van de shovel en de tijd die de shovel besteedt aan het aanrijden.

Een betere conservering levert een hogere voederwaarde en een betere smakelijkheid op.

Voor de conservering van de kuil zijn melkzuurbacteriën noodzakelijk. Deze bacteriën groeien onder zuurstofarme omstandigheden. Daarom is het belangrijk om de kuil direct luchtdicht af te sluiten. Een dunne (doorzichtige) folie trekt zich vacuüm op de bovenlaag van de kuil, waardoor zuurstof wordt buitengesloten en melkzuurbacteriën snel kunnen zorgen voor stabilisering van de kuil.

Gebruik inkuilmiddel

Op basis van de broeigevoeligheidsindex becijferde BLGG AgroXpertus dat op een gemiddeld bedrijf van 43 ha en met ongeveer zeventig melkkoeien, het voederwaardeverlies gemiddeld € 10.000,- bedraagt. Oorzaak hiervan zijn een te laag niveau aan melkzuurvormende bacteriën en te weinig azijnzuurvormende bacteriën. De eerste soort bacteriën zorgt voor een snelle pH-daling in de kuil en daardoor voor een goede en snelle conservering. De tweede zorgt voor azijnzuurvorming, waardoor de kuil minder broeigevoelig is. Bonsilage Plus is een kuiltoevoegmiddel dat zowel de conservering bevordert als ook broei- en schimmelremmend werkt. De kost gaat voor de baat: een investering van € 20,- per hectare in Bonsilage Plus levert ongeveer € 100,- per hectare op. Een betere conservering levert een hogere voederwaarde op en ook een betere smakelijkheid. De opname van de graskuil neemt hierdoor toe. Remming van broei en schimmel zorgt voor minder verliezen, omdat de voerresten minder zijn.