Met TMR bewuste keuzes maken

01 november 2017
-
2 minuten

De andere kant is dat het extra melk oplevert en dus ook extra meeropbrengsten. Zolang deze meeropbrengsten hoger zijn dan de meerkosten is het interessant om te investeren in het rantsoen, zeker gezien de huidige hoge melkprijs en de vooruitzichten.

De andere kant is dat het extra melk oplevert en dus ook extra meeropbrengsten. Zolang deze meeropbrengsten hoger zijn dan de meerkosten is het interessant om te investeren in het rantsoen, zeker gezien de huidige hoge melkprijs en de vooruitzichten.

Blijven rekenen aan rantsoenen, kosten en opbrengsten is een noodzaak. Daarbij staat ook zeer zeker het technisch resultaat voorop. De TMR-specialisten van De Heus Voeders trainen om van elkaar te leren en de valkuilen en kansen op TMR-bedrijven met elkaar te delen.

Top 8 van factoren die het resultaat op melkproductie het sterkst beïnvloeden

1. Transitiemanagement:

Sturen op drogestof opname in droogstand: 13,5 tot 14,5 kilo drogestof per koe.

2. Tijdsbesteding van de koe:

  • a. Beperken van tijd van melkkoeien in de wachtruimte: groepsindeling en routing optimaliseren en verbeteren;
  • b. Ligcomfort verbeteren: een koe hoort 14 uur per dag in de box te liggen. Beoordeling: minder dan 10 procent van de koeien staat in de box en staande koeien in de box gaan binnen één minuut liggen.

3. Gezonde transitiekoe:

een gezonde actieve koe na afkalven schoont beter op en wordt ook eerder in lactatie weer tochtig.

  • a. Start tijdig met insemineren: ± 40 dagen in lactatie;
  • b. Houdt het gemiddeld aantal lactatiedagen van het koppel lager dan 190 dagen.

4. Bij mogelijkheid voor meerdere groepen:

Zet dan sowieso de vaarzen in een aparte productiegroep.

5. Onderbezetting in droogstand en in de vaarzengroep:

Zorg voor een maximum bezettingsgraad van 90 procent in de droogstand en bij de vaarzen (het gehele jaar).

6. Watervoorziening:

Per koe is 8 centimeter waterbak lengte nodig; per 100 koeien 8 meter waterbak (= vier waterbakken van 2 meter lengte bij 100 koeien).

7. Rantsoen aanpak:

  • a. Optimaliseer het drogestofgehalte van het TMR-rantsoen op basis van ruwvoer:
    i. doel is ± 38 procent drogestof in een TMR-rantsoen
    ii. voeg eventueel water toe (pas op voor door fermenteren/broei)
    iii. maak bij voorkeur een voormengsel bij veel producten/ kleine hoeveelheden
  • b. Minimum voerrest 4 à 5 procent (= ± 1 kg drogestof)
  • c. Besteed aandacht aan de mengwagen en het mengen:
    iv. optimaliseren mengtijd en laadvolgorde
    v. vijjzel: 20 omwentelingen per minuut
    vi. let op dode hoeken en restvoer (broei/schimmel) in de mengwagen
    vii. beoordelen ontmenging/ selectie in de stal: stel hierbij de koe centraal - activiteit, pensvulling en pensfermentatie, mest
    viii. negatief zijn tegenmessen en plus is een kikkerplate
    ix. zorg voor een magneet (liefst bij de uitloop van het voer)
  • d. Synchrofos® zorgt bij de verschillende rantsoenovergangen tot een minimaal effect op de penswerking. Bij een groepswisseling voor koeien gaat het mis als de pensmicroben andere nutriëntverhoudingen gevoerd krijgen. Als je om die reden kilogrammen melk verliest is de persistentie van de koeien weg en wordt een rantsoen met initieel lagere kosten op basis van koesaldo per dag een duur rantsoen.

8. Maak de invulling vooral niet te complex

Kies voor een éénduidige en éénvoudige uitvoering op het bedrijf. Complexiteit zorgt voor fouten in de uitvoering (zeker met personeel). Het gebruik van protocollen kan hierbij helpen, mits het niet alleen een ‘papieren tijger’ wordt, maar ook controlepunten zijn ingebouwd en worden uitgevoerd.