Een optimaal stalklimaat begint bij een correcte meting

John van Helden

Klimaatspecialist pluimvee

12 oktober 2020
-
3 minuten

Een optimaal stalklimaat is een hele uitdaging voor een pluimveehouder, maar een goede klimaatcomputer helpt enorm. De nieuwe generatie pluimveeklimaatcomputers bezitten ingewikkelde regelingen die ervoor kunnen zorgen dat het klimaat te allen tijde optimaal is. Deze regelingen kunnen alleen maar goed werken bij een correcte meting van de aanwezige sensoren in en buiten de stal. Een juiste meting begint bij het plaatsen van de sensoren op de juiste positie in en buiten de stal.

Waar moet je stalsensoren plaatsen?

De stalsensoren moeten worden opgehangen op de plaats waar verse lucht en stallucht met elkaar mengen en naar de dieren toe beweegt. Dus niet in de stroom van de binnenkomende lucht. In de praktijk betekent dit:

Temperatuursensoren

  • In stallen met grondhuisvesting (vleeskuiken- en opfokstallen) is dit vrij eenvoudig te realiseren door de sensor te koppelen aan een oplierbare voer of waterlijn. Hiermee wordt voorkomen dat de sensor tussen de dieren komt te hangen en door de dieren beïnvloed kan worden
  • In stallen waarbij de dieren in een systeem worden gehuisvest (bijvoorbeeld een volièresysteem voor leghennen) is dit een heel ander verhaal. Plaats de sensoren in het gangpad of tegen de zijkant van de volière. Zorg wel dat deze niet beïnvloed kunnen worden door dieren die tijdens de donker periode op stok gaan
  • De temperatuur is vaak niet uniform in de stallen, daarom worden vaak meerdere (vier tot zes) temperatuursensoren geïnstalleerd, zodat het gemiddelde van de aanwezige sensoren gebruikt kan worden. In stallen waarbij de ventilatoren in de nok zijn geplaatst, zullen de temperatuurverschillen laag zijn. Om deze verschillen te minimaliseren hebben de meeste klimaatcomputers de mogelijkheid om de inlaatregelingen apart te sturen

Relatieve vochtigheids- en CO2-sensoren 

  • Vaak is het mogelijk om één RV- en één CO2-sensor aan te sluiten op de klimaatcomputer. De beste positie voor de meting is het midden van de stal. Beide type sensoren zijn stofgevoelig en kunnen hierdoor gaan afwijken. Voor een goede meting zullen deze regelmatig stofvrij gemaakt moeten worden

Buitentemperatuur en buiten relatieve vochtigheid meten

Eén van de grootste uitdagingen voor de klimaatregeling is het sterk wisselende buitenklimaat dat invloed heeft op het stalklimaat. De klimaatcomputer zal de ventilatie (afzuiging en inlaat) continue bijsturen op basis van een hoge- en/of lage buitentemperatuur en RV. Een juiste meting van de uitencondities is hiervoor cruciaal. De klimaatcomputer dient de temperatuur en luchtvochtigheid te meten van de lucht die door de inlaatventielen de stal binnenkomt.

Voor een juiste meting moet je met het volgende rekening houden

  • Plaatsing bij voorkeur aan de noordzijde van de stal
  • Niet blootgesteld aan direct zonlicht en wind
  • Bij stallen met een wintergarten kunnen de buiten temperatuursensor en RV-sensor in de wintergarten worden geplaatst

Klimaatcheck aanvragen?

Wil je dat een specialist van De Heus langskomt om samen met jou de posities van de sensoren te controleren? Vraag dan vrijblijvend de klimaatcheck aan. We kunnen dan ook met dataloggers de temperatuur en luchtvochtigheid op dierniveau meten. Hiermee kunnen we problemen zoals tocht op de dieren in beeld brengen. Vraag de klimaatcheck aan bij een van onze specialisten: 

Vleesluimvee specialisten

Legpluimvee specialisten

Over de auteur

John van Helden

Klimaatspecialist pluimvee

Heb je vragen over het klimaat in pluimveestallen? Neem dan contact met me op.