Biggenkwaliteit bepaalt resultaten

19 juni 2014
-
3 minuten

Voor vleesvarkenshouders zijn goede technische en financiële resultaten steeds belangrijker. Het opleggen van een goed big is daarvoor een eerste vereiste. De verschillen in technische resultaten tussen vleesvarkensbedrijven zijn van oudsher groot. Nieuwe investeringen zijn echter alleen mogelijk bij een optimaal resultaat. Om die te bereiken is opleg van goed ontwikkelde gezonde biggen noodzakelijk.

1. Gunstig zijn een hoog geboorte/speengewicht en goede groei tot 23 kg

ASG heeft recent aangetoond dat het effect van geboortegewicht op technische resultaten van biggen en vleesvarkens aanzienlijk is. Biggen met een hoog geboortegewicht zijn zwaarder bij spenen en bij opleg in de vleesvarkensstal dan biggen met een laag geboortegewicht. Uiteindelijk worden de vleesvarkens zo’n vijf dagen eerder geleverd. Qua voederconversie en veterinaire behandelingen wordt geen verschil gezien. Bekijk je de effecten in drie fases (zoogperiode, biggenopfokfase en de vleesvarkensfase) dan zie je de volgende effecten van geboortegewicht op groei:


Tabel 1 Zoogperiode


» De groei per dag is zo'n 40 gram hoger
» Geen verschillen in voederconversie
» Geen verschillen in veterinaire behandelingen


Tabel 2 Boggenopfokfase

» Geen verschillen in voederconversie
» Voeropname zo'n 60 gram hoger
» Geen verschillen in veterinaire behandelingen
» Geen verschillen in uitval


Tabel 3 Vleesvarkensfase

» Tot en met de tussenfase wordt 40-50 g/d hogere groei gezien bij de biggen die een hoog geboorte gewicht hadden. Een oorzaak van het feit dat de groei lager is in de eindfase zien wij in het feit dat er te weinig aminozuren verstrekt zijn in het eindvoer. Betreffend eindvoer zal voldoende nutriënten bevatten voor de ‘tragere groeiers’ maar niet voldoende voor de snelst groeiende dieren.
» Geen verschillen in voederconversie
» Geen verschillen in veterinaire behandelingen
» Geen verschillen in uitval
» Geen verschillen in spier- en spekdikte (en vleespercentage)

Het onderzoek van ASG toont aan dat het zeer de moeite waard is om geboortegewicht van de biggen als criterium mee te nemen bij het vervangen van vleesvarkens.

2. Gezonde luchtwegen

Veel luchtwegaandoeningen beginnen al vanaf het moment van spenen. Op dat moment is de maternale immuniteit laag geworden en moeten de biggen zelf weerstand gaan opbouwen. Met speekseldiagnostiek vind je bij hoestende biggen de laatste weken voor levering vaak virussen als PRRS, Circo en Griep.

Indien biggen te snel achtereen forse besmettingen van verschillende ziekteverwekkers oplopen, kan dat een flinke aanslag op de gezondheid betekenen. Bij sectie zie je dan op jonge leeftijd al borst- en longontsteking. In dergelijke gevallen is het zaak om te kijken naar klimaat, biggenvaccinaties en goede voeding.


Grafiek 1 Speekseldiagnostiek


Grafiek 2 Speelsekdiagnostiek PCV-2


Grafiek 3 Speekseldiagnostiek griep (Influenza A)

3. Gezonde darmen

Op het gebied van darmgezondheid gaat het bij gespeende biggen veelal over Salmonella en Lawsonia (PIA). Beide ziekteverwekkers kom je met een zekere regelmaat tegen bij af te leveren biggen van 23 kg. Op een aantal bedrijven is ook de Brachyspira pilosicoli aanwezig, een minder bekende ziekteverwekker die, als hij aanwezig is, een extra gevoeligheid voor dunne mest betekent.

Daarnaast kan ook Circo virus ongunstig werken op darmniveau. Al deze ziekteverwekkers zijn aantoonbaar in mest. Gevoelige biggen zullen door de stress van het transport direct na opleg gemakkelijk diarree vertonen.

Om problemen te voorkomen is goede hygiëne op het vermeerderingsbedrijf belangrijk en een goede voeding. Tegen Circo, Lawsonia en PIA kan gevaccineerd worden.

4. Gezonde botopbouw

Ook een gezonde botopbouw tijdens de biggenopfok is belangrijk. In een aantal gevallen, waarin de eerste weken na opleg stramme vleesvarkens werden gemeld, kon door bloedonderzoek aangetoond worden dat deze opbouw al verstoord was bij opleg van de biggen. Om dat te voorkomen dient het biggenvoer goed uitgebalanceerd te zijn. Het niveau en de beschikbaarheid van calcium, fosfor en vitaminering is dan van extra belang.