Betere resultaten met begeleiding

11 maart 2015
-
2 minuten

De technische resultaten bij vleesvarkens laten een grote spreiding zien. Voor bijvoorbeeld het kengetal ‘gec. groei’ blijkt deze tussen 737 en 862 gram per dag te liggen (zie Kengetallenspiegel). Een tiental bedrijven werd doorgelicht op het gebied van voeding, drinkwater, reiniging / desinfectie en gezondheid.

Afgelopen zomer zijn er vanuit De Heus een tiental vleesvarkensbedrijven intensief begeleid. Het ging daarbij om bedrijven die suboptimaal presteerden en waarbij met name de groei per dag en voederconversie verbeterd dienden te worden. Op de bedrijven zijn alle belangrijke zaken nagelopen. Daarbij is extra nadruk gelegd op de toegepaste voeders, hygiëne (drinkwater en reiniging/desinfectie), gezondheid van de luchtwegen en darmgezondheid. Hieronder volgen de resultaten uit het onderzoek.

Toereikende voeding

Voor alle bedrijven is doorgerekend of de voeders toereikend zijn in relatie tot de voeropname en de gewenste groei. Bij een lage voeropname past in zij n algemeenheid een luxer voer. Voeropname en gewenste groei zijn vervolgens ingevoerd in het ‘GPS-vleesvarkens’ rekenprogramma van De Heus waarbij is gekeken of de gewenste groei gehaald kon worden bij de werkelijke voeropname. Een voorbeeld hiervan ziet u in de volgende grafiek.

GPS-berekening vergelij k aanbod en behoefte dv LysineFiguur 1 GPS-berekening vergelijk aanbod en behoefte dv Lysine
GPS-berekening 2e kwartaal 2014. Voeropname/

dag 2,12 kg, groei/dag 748 gr, voerconversie 2,84.

Bovenstaand voorbeeld geeft aan dat het startvoer qua dv Lysine royaal toereikend is bij een gewenste groei van 748 gram per dag. Het afmestvoer daarentegen is tussen week vijf en acht niet toereikend en vanaf week negen juist te royaal. Dit voorbeeld geeft aan dat een tussenvoer optimaal zou zijn.

Hygiëne

Op alle bedrijven is het drinkwatersysteem door de hygiënespecialist van Schippers uit Bladel nagelopen. Daarbij is onder andere gekeken naar het leidingensysteem, visuele watercontrole en is er een drinkwateronderzoek uitgevoerd. Tevens is de wij ze van reiniging en desinfectie na iedere ronde kritisch beoordeeld. Bij bijna alle bedrijven bleek de kwaliteit van het drinkwatersysteem behoorlijk onder de verwachtingen te liggen. Op een aantal bedrijven zijn de afdelingen enkel gereinigd met water en hoge druk. Door inzet van een langhechtend schuim- en desinfectiemiddel en juiste training in de stal wordt het resultaat enorm verbeterd. Een aantal bedrijven voerden geen of een onvoldoende reiniging en ontsmetting uit en gaan dit verbeteren. Bij veel bedrijven bleken de roosters ruw en moeilijk schoon te maken. Een coating kan hierin veel verbetering geven.

Hanteer een totaalaanpak bij tegenvallende resultaten. Problemen zitten nogal eens in onverwachte hoek!

Gezondheid van de luchtwegen

Op alle bedrijven zijn bloedmonsters genomen bij opleg (10 weken oud), en vervolgens op 15, 20 en 25 weken leeftijd. Alle monsters zijn onderzocht op APP (type 2 en 9), Circo, Influenza, Lawsonia, Mycoplasma, PRRS en Salmonella. Tevens zijn de monsters van de oudste varkens onderzocht met een nieuwe serologische test op spoelwormen (ter beschikking gesteld door MSD). Veel luchtweginfecties (vooral griep en PRRS) kwamen op alle bedrijven voor. Tegen Circo en Mycoplasma is veelal gevaccineerd, maar zijn er desalniettemin een aantal gevallen van infecties aangetoond. Om te zien wat de impact van de betreffende infecties was, is zo veel mogelijk een uitgebreid slachtlijnonderzoek ingesteld. Het bloedonderzoek op spoelwormen is uitgevoerd omdat vroege infecties bij de slachtlijn al ‘genezen’ kunnen zijn. Bij een enkel bedrijf is op deze wijze een behoorlijke spoelwormbesmetting aangetoond.

Darmgezondheid

De darmgezondheid is in kaart gebracht door mest te onderzoeken van alle leeftijden; een zogenaamde ‘dwarsdoorsnede’ van het bedrijf dus. Daarbij is een sterke zaklamp gebruikt en is de ‘slechtste mest’ per leeftijdsgroep verzameld en gepoold. Vervolgens is er een kwantitatieve PCR (Q-PCR) op Lawsonia (PIA) uitgevoerd bij GD Deventer. Daarbij wordt gekeken hoe hoog de besmetting is. In een aantal gevallen is de mest ook onderzocht op andere ziekteverwekkers. De deelnemende bedrijven bleken in veel gevallen enkele weken na opleg een hoge Lawsonia-besmetting te hebben. We weten uit eerder onderzoek dat hoge besmettingen samen gaan met groeidalingen van 50-100 gram. Veelal wordt daarom geadviseerd roosters te coaten, reiniging en desinfectie te verbeteren en eventueel vaccinatie toe te passen.

Verloop van LawsoniaFiguur 2 Verloop van Lawsonia