Melkproductiecurve geeft inzicht in succes van transitie

31 maart 2020
-
3 minuten

Daarnaast voorkomt een goede transitie ook subklinische problemen, zoals bijvoorbeeld subklinische melkziekte. Want naast de zichtbare (klinische) ziekten zoals melkziekte, zorgen ook niet zichtbare (subklinische) ziekten voor een lager saldo per koe. De resultaten worden negatief beïnvloed door vooral melkderving, tegenvallende vruchtbaarheid en klauwproblemen.

Eenvoudige tool maakt lactatiefase inzichtelijk

Op basis van eigen onderzoek, heeft De Heus daarom een eenvoudige tool ontwikkeld om het succes van de lactatiefase gemakkelijk inzichtelijk te maken op ieder bedrijf. De tool laat zien op hoeveel dagen in lactatie de piekproductie wordt gerealiseerd en hoe persistent de koeien na de piek zijn. Afhankelijk van de vorm van de melkproductiecurve op een bedrijf is dan duidelijk of verbetering nodig is.

Suboptimale droogstand

Ongeveer 80% van de problemen in het begin van de lactatie komt voort uit een suboptimale droogstand. Daarbij blijkt dat 25% van de totale afvoer van koeien op een bedrijf binnen de eerste 60 dagen van lactatie plaatsvindt. Als veel koeien gekalfd hebben in een korte periode is het haarfijn duidelijk of de droogstand optimaal is geweest of niet. Maar als het aantal kalvende koeien in een periode lager is, dan valt een suboptimale droogstand veel minder op. Zeker bij niet zichtbare (subklinische) ziekten.

Subklinische melkziekte door laag calciumniveau

De meest voorkomende daarvan is subklinische melkziekte, door een te laag calciumniveau in het bloed. De koeien die later dan 48 uur na kalven een verlaagd calciumniveau in het bloed hebben, functioneren niet optimaal. Calcium is samen met magnesium van belang voor een goede spierfunctie. Dit betekent dat spieren of organen met een spierfunctie, zoals de pens, de baarmoeder en het slotgat onvoldoende werken. Het gevolg is dat mastitis, aan de nageboorte blijven staan, baarmoederontsteking en pens verzuring in grotere mate voorkomt.

Een piekproductie na 70 dagen in lactatie verhoogt de benutting van je eigen ruwvoer

Subklinische ziekten zijn daarnaast niet zichtbaar zonder bloed te tappen, omdat niet van alle koeien zomaar het bloedcalcium gemeten wordt. Om toch een duidelijk beeld in de praktijk te laten zien van verschillen in productiecurves, is een model ontwikkeld dat de droogstand kan monitoren afhankelijk van de melkproductiecurve. De basis van deze relatie is een wetenschappelijk onderzoek dat De Heus heeft laten uitvoeren op de Dairy Campus in Leeuwarden.

Te vroeg pieken voorkomen

Op een bedrijf waar de piekproductie vroeg plaatsvindt, op ongeveer 40 dagen na het afkalven, wordt in de praktijk teveel melk geproduceerd, ten koste van teveel lichaam reserves van de koe. Het gevolg is dan een te groot conditieverlies (meer dan één punt BCS) na afkalven en een te scherpe (vroege) productiepiek die gevolgd wordt door een te grote productiedaling na de piek.

Figuur 1: Piekproductie koeien van 3 lactaties en ouder




Figuur 2: Piekproductie curve vaarzen